Ik had uit verlegenheid, wat met het geld te doen, commissie gegeven om 1810 juli te kopen, omdat ik wel dagt, dat den 1 july een époque wezen zoude, vermits dan zommige pointen van het tractaat moesten volbragt wezen en dit evenwel niet te voorzien was. Ik kreeg ook heden tijding, dat den 2 july voor mij gekogt [waren] 60 m. nationale schuldbrieven a 3 pet tot 19% en 19% pet. Waar moet dit heen? Mij dunkt, alles is geheel weg en de helft der ingezetenen is arm of er komt nog wel zoveel van teregt. Enfin, dit zal mij niet bederven, al slaat het tegen. Maar den boel die ik nog heb van datzelfde soort van goed zou mij een gevoelige neep kunnen geven. Nu, er zullen nog oneindig ongelukkigere zijn en dus mij past tevredenheid. Donderdag 5. Niets bijzonders. Vrijdag 6. Jacta est alea. De koning heeft op den 1 july van zijn troon afgestaan, ten behoeve van zijn zoon, volgens de staatsregeling en de koningin regentesse verklaart. Bij het besluit daartoe zegt hij, dat het ongenoegen van de keizer tegen hem, hem ertoe aangezet heeft en dat hij dus niet langer bevorderlijk kan zijn aan de belangen van Holland, welker inwooners hij niet ophouden zal te beminnen. De Raad van Ministers blijft provisioneel aan 't bestuur. Holland is vol Fransche troupes, overal ingekwartiert. Welk eene situatie voor den koning. Wat nu voor hem aan te vangen? Procul a love, proeul a fulmine! Ik zeg met Poot: Lage rust braveert den lof van het hoogste koningshof. Zulk eene keer van zaaken had ik niet gewagt. Wel eene incorporatie, maar geen Hollands koningrijk. Er waar zal 't nu beter zijn, daar of hier? Ik denk dan nog beter direct Fransch als indirecte. Evenwel dit zal de tijd leeren. Ongelukkig vaderland. In vorige tijden goed en bloed, in latere 100 millioenen en wat niet al om de Nederlandsche vrijheid en onafhanglijkheid, en nog zeg ik ten dien aanzien, want het einde is er nog niet, futuri tempori exitum obscura nocte premit deus. Gelukkig dat dit zo is. De tijdingen uit Gotenburg zeggen stellig, dat Engeland vrede ge maakt heeft met Rusland. Zou dit weer eene coalitie ten doel hebben? Men zegt, dat het beleg van Cadix opgebroken is. Dat Span jen zal het Fransch kerkhof worden! Saturdag 7. Gistren ging ik na buiten logeeren. Toen ik het den 29 july 1809 verliet, en nog zeer dikwijls na dien tijd, dagt ik nooit, dat ik het weer zou betrokken hebben. En evenwel, ik ben er weer gevestigt met alle de mijne. Wat lopen de zaken wonderlijk in de wereld. En wat reden van dankzegging heb ik niet boven veele andren. 139

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 187