1810 juli Zondag 8. De koning was na Aken vertrokken, daar zijn moeder zig ook bevond. Andre meenden, dat hij verderop was. Men zeyde, dat hij aan den keizer zijn demissie had gezonden als connétable van Vrankrijk en dat de koningin te Plombières overleden was. De Fransche troupes waren den 2 in Amsterdam getrokken, Reggio aan 't hoofd. Er was door den eersten minister een gastmaal op koninglijke order geappreteerd, dog Reggio bedankte omdat hij meende te moeten gaan eten bij den Franschen minister Colincourt. Hij ontfing alle geconstitueerde authoriteiten, dog refuseerde de ministers te zien qua raaden van administratie, niet als ministers. Men opineerde goeds van hem. De aantogt van troupes na Am sterdam was aanmerkelijk, dog hij had reeds voor zommige contra-order gegeven, waarschijnlijk omdat hij zag, dat er geen oppositie was en dat hij niet dan lammeren vond, hoezeer de troupen zeer opgewonden en ieder met 50 scherpe patronen voorzien, waren binnengetrokken. Men verhaalde heden, dat provisioneel tot raaden van de koningin benoemt waren Reggio, Verheul en Gogel. De coalitie tusschen Rusland en Engeland scheen heden zeker. Is dit zoo, dan hebben wij nog schriklijke toneelen te wagten. De Russische effecten waren 69 a 70, de nationale schuldbrieven waren geweest tot 16% en bleven nog 18 a 19. Welk een staat van zaken! In Spanjen scheenen de Franschen een neep te hebben gehad, het corps van Sebas- tiani moet gecapituleerd hebben. Napoleon zou zijn broeder Lucien koning van Illyriën hebben willen maken, dog deze moet er stellig voor bedankt, en zelfs zeer significant teruggeschreven hebben, met veel remarques over des keysers handelingen en voorspellingen van zijn val. Hij zou zelfs na Noord-America gegaan zijn. Te Parijs is op de fête van den Oostenrijk- schen minister een felle brand ontstaan. De keizer en keizerin waren er. Er moeten veele menschen omgekomen zijn. Volgens de gerugten zou die brand nog veele aanmerkelijke verwoestingen hebben aangerigt; de vol gende post zal 't beslissen. Heden vertrokken mijn zoon en dogter na Parijs, alsmede de commissie van de heren van Doorn, Bijleveld en Philipse. De zoon van de koning is bij de minister van der Heim. Maandag 9. Nihil. Uingidag 10. Even weynig. Ik had rust buiten. En had er door voorgaande drukten meer als ooit genot van. tVocnsdag 11. Van de koning wist men niets. De een vertelde dat hij na Aken [was], een ander dat hij aan Katwijk was overgestoken. In Holland was men nog even onzeker. Reggio was op een groot gastmaal van stads- 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 188