1810 juli schied was, zij stond tog voor de deur, maar dan waarschijnlijk niet met die hevigheid als thans. Dan al wederom, hier zoals in alle wederwaardig heden: God regeert, Zijn wille geschiede! O kon men dit altoos bedenken en betragten, wat was men gelukkig! Waarlijk er is geen beter troost dan deze. Particuliere berigten zeggen, dat de koning met zijn broeder Lucien, die geweygert had koning van Illyriën te wezen, na Noord America ver trokken is. Nu, die goede man is waarlijk ook niet onder de gelukkige. Hij meende het, na mijn inzien, wel met ons en verdiende beter lot. Nog onlangs koning en nu als 't ware balling! En dat een broeder van den magtigsten monarch der wereld! Omnia fausta tibi! Maandag 16. Uit de opneming der zielen in Middelburg en ambachten gedaan door wijkmeesters volgens order van den prefect, bleek, dat het getal in de stad was 12136 en ambachten 1539, zamen 13675. Welk eene verminderde populatie, en dat niettegenstaande zo veele van Vlissingen zig hier hebben neergezet. Dingsdag 17. Heden wierden alle geconstitueerde magten door den prefect in eed genomen. Zij luide: Je jure obéissance a la constitution de l'Empire et fidélité a l'empereur. Dus maar een civique eed, waarin geen bedenking te maken was. Evenwel zeyde ik, dat ik liever van mijn post ontslagen was, waardoor dar. den eed door mij niet behoefde afgelegd te worden. Dat evenwel, wanneer dit niet wezen konde, ik die praesteren zoude. Het antwoord was, gelijk ik gewagt had, negatif en ik leide dien af, door voorlezing der voorn, woorden, en allen met mij. In particuliere conver satie met den prefect had ik al meer op mijn ontslag aangedrongen. Dan, het was altijd: Nommez moi quelqu' un. Toen ik Snouck Hurgronje noem de zeyde hij, qu'il étoit désigné pour conseiller de Préfecture. Ik weet ter goeder trouw geen menschen, die ik er toe noemen kan. Van Becius scheen hij niet te willen hooren. C'est un brave homme, mais il faut plus pour un maire. Enfin, ik kon maar niet vorderen en heb nog geen uitzigt op rust. Omdat ik dan nu lang gewillig gedragen heb moet ik het lastdier blijven. Het is wel gewoonlijk zoo, ik kan dit niet tegenspreken, maar het beneemt de hardigheid niet. Woensdag 18. De 3 pet nationale schuldbrieven stonden tot 914 a 111/4 Er was complete hopeloosheid alomme en neerslagtigheid zonder voor beeld. Geen wonder, het geld niet minder dan de complete ruïne van veelen, van alle gestigten, corpora etc. Mahor missabib! De Koninglijke 142

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 190