1810 juli Jen ten koste van Zeeland, dat per se reeds Fransch was, wanende dat
Holland misschien nog een koningrijk van zijn zoon blijven zoude, het
geen tog anders is uitgevallen. Het is wel, strikt genomen, niet wel ge
daan, maar als ik de omstandigheid naga, in welke hij zig bevond, kan
ik dat gedrag zo seveer niet beoordeelen, hoezeer het ons arm Zeeland zo
bijzonder benadeelde. De effecten iets williger.
Maandag 23. Men meende hier ook niet te moeten stilzitten om zig te
addresseeren over het bijzonder nadeel voor Zeeland, door van alle agter-
stallige intressen maar 1/3 te doen valideeren, daar voor Zeeland boven
Holland de betalingen geschorst waren met de invasie der Engelschen.
De heer Vernede nam op zig, een addres te stellen, hetgeen dan door
enige ingezetenen zou getekend worden. Het is al wat men doen kan.
Dingsdag 24. De commissie over de verponding en de gardecótes waren
mijn voornaamste drukte. De eerste nam veel tijd weg en de andre was
ongemeen onaangenaam, door zoo veele klagten, die men niet hooren
konde. Wij klagen hier over inkwartiering. Maar volgens de rapporten is
het in Holland wat erger. In den Haag gaf men tot 3 per dag voor een
gemeene en tot 8 voor een officier. Men moet hun daar van alles voor
zien. Het decreet over de rentebetaling heeft al een zigtbaren invloed,
door het afdanken van paarden en domestiquen. Dit is zoo spoedig
manifest vermits thans juist den tijd der inhuuring invalt. Nee mirum!
Wat ben ik boven zoo veelen bevoorregt! Ik hoef dit nog niet te doen!
Woensdag 25. Ik las heden het afscheyd van den koning aan het Wetge
vend Lichaam, dato 1 july. Het komt mij voor zeer naif, eenvoudig en
kragtig. Zommige tijdingen willen hem in Hannover, zekers is niets van
hem bekend. De commissie van 15 heeren, wegens Holland na Parijs
benoemd, zijn Elout, van Brienen, van Gennep, Imhof, staatsraden,
Janssen, van Manen, Mollerus, Lynden van Lunenburg, van den Bosch,
van Hemert, J. Repelaar, Leyden van Westbarendrecht, Burmannia, van
den Houten en van Bemut. Meest al knappe menschen, God zegene haare
pogingen tot welzijn van ons ongelukkig land. Men scheen in Holland
eenige hoop te hebben over modificatie in het decreet over de rentebe
taling. De effecten waren iets williger. 13 pet.
Donderdag 26. De kustbewaarders gaven nogal veel embarras. Gedurig
nieuwe afkeuringen en wijzigingen, want nu wederom kon men designee
ren van 20 tot 25 en van 45 tot 50 jaaren. Ik kreeg van den prefect een
arrêté houdende uitnodiging om te participeeren in de société matemelle,
144