te Parijs door de keyzerin voor arme kraamvrouwen ingestelt. Hierin 1810 juli
moesten dames zowel als heeren tekenen en kregen dan brevetten etc.
Mooie dingen, maar dit zal hier althans weynig aftrek hebben, daar
iedereen zodanig in zijn inkomsten vermindert is en wij hier genoeg aan
onze eige menschen te geven hebben
Vrijdag 27. Volgens de Moniteur was de jonge koning den 20 te St. Cloud
bij den keyzer gekomen. De kevzer had hem gezegt: het gedrag van uw
vader bedroeft mijn hart. Zijn ziekte alleen kan dit verklaren. Ik zal uw
vader zijn, gij zult er niets bij verliezen. 4ls gij groot zult zijn, zult gij
zijne schuld en de uwe betalen. Vergeet nooit, in tvelke positie uw mijn
staatkunde en het belang van mijn rijk plaatsen. Dat uwe eerste verplig-
tingen zijn tegen mij, uwe tweden tegen mijn rijk. alle uwe andre verplig-
tingen, zelf tegen de volken, welke ik uw zou kunnen aanbetrouwen, komen
slegts daarna. Dit is althans een nieuwe soort van staatkunde. Volgens de
oude zouden verpligtingen juist staan in eene omgekeerde reden. Quo
ruitis?
Er ligt een request ter tekening aan den keyzer om repraesentatiën te
doen wegens de hardigheid, den Zeeuwen aangedaan over de betaling
der agterstallige intressen met 1/3, daar zij niet in de mogelijkheid ge
weest zijn dezelve, evenals de Hollanders, te ontfangen. Men moet doen
wat men kan, maar ik wagt er niet veel heil van.
Saturdag 28. Alweder nieuw werk aan de winkel. Een auditeur van den
Staatsraad, de heer Verduere, is hier om het budget voor de stad te
formeeren. Dit hield mij den geheelen morgen bezig. Welk eene elende
wagt ons, door de wijze waarop dit moet geformeert worden. Meest alle
de inkomsten van de stad vallen weg. Veele uitgaven ook wel, maar ten
koste van amptenaaren, corporaas, gestigten, 't welk alles in 't niet ver
vallen zal. Welk eene overmaat van rampen, waarvan het einde niet te
voorzien is. En dan nog die elende te moeten organiseeren1
Zondag 29. Nihil. Heden een jaar kwamen de Engelschen voor de wal.
Maandag 30. In Zweden schijnt het ook onklaar. Men spreekt aldaar van
den hertog van Ponte Corvo (Bernadotte) om te benoemen als troonopvol
ger. Zou hier Vrankrijk ook niet onder roeren? Als de tijding egt is,
schijnt dit niet raadselagtig.
Dingsdag 31. De besognes over de gardecótes waren allerverdrietigst en
langduurig, zonder veel vordering.
145