gebragt. In de vloot was nog weynig verandering, alsdat men het eiland 1809 augustus door 't Sloe meer cerneerde. Het eiland Schouwen en Noord-Beveland waren volgens berigten ook over. Nu was het dus alleen te doen om Vlissingen en dan om Zuid-Beveland, op 't laatste misschien nog vóór 't eerste. Men presumeerde, dat Vlissingen nog toevoer kreeg van Breskens, het geen egter de Engelschen niet sterk scheen te inquieteeren. Er debarkeerde dien dag nog een aanzienlijk aantal Engelsche te Vere, die meest na Vlissingen doortrokken, blijvende in stad in alles circa 1200 man. 's Morgens van dien dag opwagting bij Lord Chatham om te voorzien in de stedelijke administratie. Voorts was het, buiten de voortduuring der requisitiën, dien dag vrij rustig. Er waren veele kraamen open. In den nagt viel mede niets voor. Van Rammekens niets zekers. Donderdag 3. In den morgen ten 5 begon het schieten met zwaar geschut van de wal van Breskens op eenige kleine Engelsche vaartuigen, die uit de Wielinge na Vlissingen zeylden. Van Vlissingen deed men dit eveneens. De schepen intusschen aan de andre zijde waren doorge- zeylt tot voorbij de Zuyd-Watering. Er wierd den geheelen dag door van tijd tot tijd uit Vlissingen geschoten. Tegen den avond zeylde een Engelsche brik met enige barcassen met een frisse koelte uit den Westen voorbij Vlissingen, gaf de volle laag en wierd van de beyde zijden deftig beschoten. Door deze onderneming was de passage na de overwal belet. De stad wierd sterk beschoten uit de Engelsche batterijen. In de stad was alles stil en rustig, zelfs deed het spul van de Springers haar vertoningen met consent van den militairen commandant der stad, de heer generaal-brigadier Sontag. Heden bekwam men tijding, dat de Engelschen zig weder uit Schouwen hadden geretireerd en het eiland van Zuid-Beveland met een aanzienlijke magt bezet hadden. Er kwamen heden nog Middelburgers uit Holland, over Gorishoek. Ten plattenlande wierden veele ongeregeldheden bedre ven, veele vlugtten na de stad. De nagt was zeer rustig, er wierd genoeg zaam geen schot gehoord. De Engelsche brik, die voorbij Vlissingen gezeyld was, passeerde 's nagts weer na den hoek van de Elleboog. Vrijdag 4 viel er niets bijzonders voor. De Engelschen scheenen bij aanhoudenheid met het aanleggen van werken bezig te zijn. Men hoorde van tijd tot tijd schieten. Op de vloot viel geen verandering voor. Het weer was stormig met plasregens. De nagt geheel rustig., Men had bomben overdag gezien na Vlissingen. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 19