Maandag 1. Als voren. Ik had nogal veel rust en maar tamelijke drukte. 1810 oktober
Dingsdag 2. Alsvoren.
Woensdag 3. Heden hadden wij de 14 oproeping voor de inschrijving in
't Grootboek. Het komt mij wonderlijk voor, dat soortgelijke operatiën
voortgaan. Het allerminste, dat men er uit besluiten kan, is dat tenminsten
voor de Hollandsche financiën een Grootboek schijnt te zullen exsteeren,
gesepareerd van dat van Vrankrijk.
Donderdag 4. Nihil.
Vrijdag 6 [5]. Een keyserlijk decreet van 23 september stond heden in de
couranten, hoofdzakelijk behelsende, dat de 24 millioen schulden voor
1810 zouden betaalt worden in bons valide in alle agterstallige betalingen
en betaalbaar in 4 jaaren, te beginnen met 1812. Wijders dat de geredu
ceerde renten der publique schuld a 30 millioen fr. van 1 july [180]9 tot
22 sept. [18] 10 zouden betaald worden in bons valide bij den verkoop
der nationaale domeinen. Dus eerst de rente getiërceerd en dan nog het
overig 1/3 betaald in papier, waarop zeer waarschijnlijk ook important
verlies vallen zal! Elende!!!
Saturdag 7 [6], Er was weer veel gehaspel over 1 logement voor den
generaal Razou. Bij provisie wierd hij ingekwartiert bij den heer A. van
Doorn, hetgeen mij zeer speet, omdat de heeren, die te Parijs waren, ver-
zogt hadden, daarvan geëxcuseert te zijn. Dog het scheen niet anders te
kunnen.
Zondag 8 [7], Ik had al veel hooren spreeken over de coupures, die de
Fransche ingenieurs te Vlissingen maakten aan de sortie en aan de Nolle.
Ik ginger heden na toe. Indedaad, het scheen zorgelijk. Evenwel kwam het
mij voor, dat als men praecautiën bij de hand maakte te hebben er dan
tog zoveel nood niet wezen kon. Het ergste was, [dat] de inspecteuren
Dingmans en Schraver het niet eens waren. De eerste vond het gevaarlijk,
de andre niet. Dan, ik ben geen judex competens. De Directie van Walch-
ren heeft er zig ondertusschen aan den prefect over geadresseert. De
werken, die aan Vlissingen en environs gemaakt worden, zijn immens en
ik verbeeld mij, dat Vlissingen, als alles zal voltooit wezen, een fortres
zal wezen van de eerste soort.
Een brief uit Parijs, heden ontfangen, meld eene subite verandering in
157