1810 oktober den staat van zaaken. En wel, dat Zeeland, met de landen bij 't tractaat gecedeerd, aan Vrankrijk gehegt en met 1811 op zijn Fransch zouden bestuurt worden. Dat Holland zou beheerd worden door een gouverneur- generaal met intendanten en dat, ofschoon bij de departementsverdeeling van 't Bergsche enz. niet gesproken was, dit egter nog op til was, maar dat nog zommige schikkingen tot schavergoeding te maken waren met de geïntresseerde partijen. Welk eene veranderlijkheid van systema in groote zaaken! Men moet voorwaar Franschman wezen om zig zo weynig conse quent te zijn. Ondertusschen waren de nationale schuldbrieven bekend op 9 a 10 pet. Zo laag waren zij nimmer. Hoe is 't mogelijk? De Russen liepen weer tot 60 en hoger. Maandag 8. Heden verscheen ook in navolging van de Duitsche en Fran- sche een addres aan de Engelsche gemeente tot ondersteuning voor hunne kerkelijke bedienden geschoeit op den voet van het Fransche plan. T'is meer nodig voor den predikant als voor de gemeente, want waarlijk voor de laatste is het een overtollige ceremonie in dezen tijd. Dingsdag 9. Ik kogt heden Zeerust, agter Toornvliet gelegen. Mijn oog merk is eygentlijk om, wanneer ik eens amptloos wezen zal, mij dan enigzints te amuseeren met den landbouw, waartoe dat terrein in 't klein, met hetgeen ik reeds heb. vrij convenient is. Woensdag 10. De couranten melden, dat de afgezette koning van Zweden na Petersburg vertrokken was. Men sprak veel van oorlog tusschen Rusland en Zweden. Donderdag 11. Heden organiseerde ik eene commissie van drie heeren A. C. van Citters, H. J. van Doorn en D. J. Schorer, om voor kamers voor officieren om te zien, over den prijs te accorderen en het surplus te fixeeren, dat boven de indemniteit der officieren zou gegeven worden, om daardoor de inkwartiering derzelve te praevenieeren. Ik wensch dat deze operatie van vrugt moge zijn. Men kan veel doen als men hulp heeft. Maar die heb ik niet en dus moet ik ze mij op die manier aanschaffen. Gelukkig, dat er nog menschen zijn die zig met zulk eene bezigheid belas ten willen. Vrijdag 12. Heden kreeg men kennis van een keizerlijk decreet, houdende dat de kerklijke bedienden nog op den ouden voet zouden betaald worden over dit geheel jaar. Nu zijn wij wel een weynig te vroeg op met onze gedaane operatie. 158

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 206