1809 augustus Saturdag 5. Volgens gerugten hadden de Franschen een uitval uit Vlissingen gedaan. Van weerskanten dooden en gekwesten. Er was brand aan 't Halve Maantje. Op de vloot waren bewegingen om op te zeylen, dog het bleef bij kleine manoeuvres. Men dagt, dat in Vlissingen enig renfort gekomen was. De inkwartiering van officieren bleef nog al zo als in de vorige dagen duuren. Men ontdekte op meer dan eene plaats rontom Vlissingen brand, vermoedelijk van gebouwen, door de Engelsche in brand gestoken, om eene vrije speeling op de stad [en] op de batterijen te hebben. Er wierden dezen dag weinig kanonschoten gehoord. De nagt was zeer rustig. Ten 9 uuren kwamen nog 7 [bataljons] Engelsche jagers, Hanoveranen, binnen en wierden gecaserneert. Zondag [6] in den vroegen morgen van 1 tot 2 uuren hoorde men veel musquetvuur en laater eenige kanonschoten van de Vlaamsche wal, waar schijnlijk op schepen. Ook kwamen er zeven schepen met volk van Breskens in Vlissingen. Er gingen heden 12 Engelsche cannonneerbooten leggen tusschen Vlissingen en Breskens om de passage te beletten. Het weer zeer buiig met veel regen. Den geheelen dag vervolgens, zo min als 's nagts, hoorde men geen schot. De jagers van gistren marcheerden uit en tegen den avond kwam weer een dito hattaljon binnen. Maandag [7]. Niettegenstaande de Engelsche schepen nog lagen als gistren kwam nog een sprietschip van Breskens te Vlissingen binnen. Men begon in de bosschen hout te hakken voor fascines. Tegen den avond was men onder Vlissingen weer bezig met handgeweer. Men hoorde den geheelen dag weynig canonschooten. In Vere continueerd men nog altoos met debarqueeren van ammunitie. De admiraal Popham verzogt alle lootsen voor de Schelde en binnenschepen om af en aan te vaaren tot voeren van water en proviand. Men hoorde altoos spreken van nog verdergaan. Het weer bleef ongunstig en buiig. De nagt was stil en bedaard weder. Dingsdag [8] vernam men niet veel van 't geen buiten de stad omging, vermits de commandant den toegang op den Abdijtoren verboden had en er dus van onze loots geen berigten meer gegeven wierden. In den na middag kwamen verscheijde wagens met gekweste binnen van het treffen van maandagavond, alwaar het vrij heet moet toegegaan zijn. De uitval schijnt gedaan te zijn aan den kant van de Nolle. Men zeyde, dat de Fransche 500 dooden hadden verloren, de Engelsche 150. Er kwamen 70 Fransche krijgsgevange binnen, waaronder een collonel van de coloniale 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 20