troupes. Voorts was den dag redelijk stil. Goed weder. Men zeyde, dat in 1809 augustus
Vlissingen den nagt te voren nog renfort was gekomen van 800 man. De
nagt was heel rustig.
Woensdag [9], De toornwagters wierden weder toegelaten op den toren.
Het transport van ammunitie na Vlissingen duurde nog altoos voort. Er
wierd dezen dag weynig geschoten, als uit kannonneerboten op Vlissingen,
batterijen en op de Vlaamsche wal. Er lagen heden 26 cannonneergal-
jooten en 4 brikken tusschen Cadsand en Walchren, om de passage te
beletten, hetgeen de toomwagters versekerden dat doen konden. De
kleine zaagmolen te Vlissingen wierd verbrand. Verder viel er niet veel
bijzonders voor. In de stad was alles rustig en stil. Op 't land begon het
beter te gaan door de sterke patrouilles en strikte orders. De nagt was
schoon zoals de dag. Er vertrokken veele officieren na Goes.
Donderdag 10 bleef alles in vorigen staat. De doorvoer van ammunitie
etc. na Vlissingen duurde nog al voort. Men hoorde nogal veel kanon-
schooten. De spraak ging, dat de Franschen bezig waaren met te inundee-
ren en den dijk door te steeken. Er lagen tusschen Breskens en Vlissingen
volgens het avondrapport 15 Engelsche fregatten [en] 27 kannonneer-
booten, in de Wielinge 3 linieschepen, elf frigatten en 3 brikken, en 7
linieschepen in den Deurloo. Men zeyde, dat de batterij aan Breskens
gedemonteert was. Er scheen grond voor, omdat anders de schepen de
voors. positie niet zouden kunnen souterneren. Er waaren ook veele
Engelsche schepen, wel 60, den Hont opgevaaren.
De leverantiën voor de armie gingen traag en lam en ik had er zeer
embarras en ongenoegen over. De levensmiddelen begonnen ook te mon-
teeren. De tarwe rees staag aan en was heden 56 en maar zeer weynig
aan de mart.
V[an] d[er] Mandere was zedert twee dagen ongesteld. Becius wierd
het heden. Ik verzogt Boddaert tot adsistentie, dog hij kwam niet. In de stad
was alles rustig en in order. Schoon weder en warm. In Noord-Beveland
waaren op veele hofsteden veel ongeregeldheden gepleegt door het zeevolk.
In Goes, zeyde men, was de order volkomen. In den nagt wierd sterk uit
Vlissingen geschoten.
Vrijdag 11. In den vroegen morgen en later continueerde het schieten.
Nu was men zeker, dat te Vlissingen de sluys open was geweest en dat men
de vest had doorgestoken. Evenwel was er wel drift in 't water, maar
genoegzaam niet gewassen. De sluvsen wierden aan deze zijde opengezet
5