Saturdag 3. Stavorinus had het briefje van van Doorn bedaard beant- 1810 november
woord en gezegd, dat zo lang hij het bij schrijven liet, hij zig des niet
zou bekreunen, dog zo hij zig zo gedroeg in 't publiek, hij dit niet zou
afwagten. Dan, men had het briefje niet willen accepteren, maar terug
gezonden. Welk eene injurieuse behandeling. Waar is de mensch niet
toe in staat, als hij zig door zijn driften laat beheerschen. Wel is waar
fortior est qui se etc.
Zondag 4, Maandag5. Nihil.
Dingsdag 6. De telegraaf van Antwerpen annonceerde de komst van den
keizer aldaar en zijn vertrek verder na Holland. De commandant zeyde
het mij in secretesse! Dat zijn adjudant zelf te Vlissingen was. De uit
komst deed zien, dat alles verdigt was. Zo kan men op die tijdingen staat
maken. De generaal Gilly bevestigde het mij eveneens!!
Woensdag 7. Nihil. De Holiandsche couranten maakten gewag van po
gingen in Hongarijen om Protestantsche universiteiten op te rigten. Dit
moge nadelig voor de Holiandsche zijn, maar het doet tevens zien, dat
de ware godsdienst zig meer en meer uitbreid en op prijs gesteld word
o]) plaatsen, daar men zulks het minst vermoeden zoude.
Donderdag 8. Door tusschenkomst van den heer Lambrechtsen wierd het
misverstand tusschen de heeren van Doorn en Stavorinus in der minne
vereffend, dat mij veel plaisier deed. Er is al oneenigheid genoeg in de
wereld. Van Doorn had volslagen ongelijk.
Vrijdag 9. Nihil. Aanhoudende drukte met het werk der repartiteurs.
Evenwel, daar is doorkomen aan. Maar het is geen aangename bezigheid.
Saturdag 10. De heeren Bijleveld en Philipse kwamen uit Parijs terug,
zijnde de geheele Holiandsche commissie nu gescheyden en mede huis
waarts gekeert.
Zondag 11. Nihil.
Maandag 12. Ik had op 't stadhuis een revue voor den contre admiraal
l'Hermite en den Hollandschen capitein de Man van alle de zevarende.
Zij wierden opgeschreven, na ik vermoede met oogmerk om de jongste
en ongetrouwde bij vervolg tot den dienst te pressen. Ik wagt niet anders.
163