1810 november dat dit mij flaauwer maakte als ik wel anderzints had behoren te wezen. Geen wonder: nieuwe dingen kon ik tog niet aanvangen. Ik tragtte zoveel mogelijk alles op te zuiveren en hiertoe was niet veel nodig, daar alles bij was, uitgenomen enige rekeningen, tot welker afdoening ik geen kans zag en die ik dan ook wel, als een verdrietlijk werk zijnde, aan mijn volgman wilde overlaten. Vrijdag 30. De Hollandsche troupen vervangden de Fransche, hetgeen zeer geregeld in zijn werk ging. De gemeene wierden voor twee dagen ingekwartierd, de officieren betrokken dadelijk de gedesigneerde kamers, evenals de Fransche gedaan hadden. 166

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 214