Saturday 1. Het changement der troupen duurde op denzelfden voet 1810 december voort. Middelburg zou krijgen een bezetting van 1400 man. Zondag 2. Heden was de jaardag der kroning van Napoleon en van de bataille van Austerlitz. Alzo was de aanschrijving van den prefect. N. B. Daar een Oostenrijksche princes op den troon zat. De vlag wap perde van den toorn en het carillon speelde van %11 tot 11 en van 1A1 tot 1 uur. Van elf tot 12 uuren was het kerk en Te Deum. Alle authori- teiten vergaderden bij den prefect. De laatste ging met het corps offi cieren na het Te Deum in de Roomsche en de andre authoriteiten en corps na de Nieuwe Kerk bij den heer van Deinse. Deze deed een schone redenvoering, meer tot lof en erkentenis van hetgeen een vorst behoorde te zijn dan van hetgeen Napoleon waarlijk was. Er was alzo niets op te zeggen. Ik dineerde met de presidenten der collegiën en staf van officieren bij den prefect, alwaar wij pragtig wierden onthaald van 4 tot 7 uuren. En daarmede was de fête ten einde. Maandag 3 bragt ik door met aan 't octroy te werken. Dingsdag 4 wierd genoegzaam geheel daaraan besteed. Ik wilde gaarn dat stuk eindigen voor de nieuwe administratie aankwam. Woensdag 5. Ten 10 uuren had ik nog vergaring met wethouders, ten elf uuren met vroedschappen, over het octroy municipaal. Alle de leden waren aangedaan en ontrent mij ten uitersten verpligtend. Ten twaalf uuren kwamen de raden van prefectuure en nadien de prefect. Ik ging boven op de vroedschapkamer, daar ik een aantal menschen vond om geïnstalleerd te worden. De prefect kwam kort nadien c.s. Ik recipieerde hun aan den trap en geleide ze binnen. De prefect deed een korte harange tot betoog van het zwaarwigtige en schone der bediening van maire, adjoints en municipalen en bedankte mij op een zeer gracieuse wijze voor gedane diensten, eindigende: que j'emportai tout son estime. Daarop liet hij door den secretaris praelecture doen van het keiserlijk decreet, houdende benoeming van maire, adjointen en municipalen. Ik nam den maire in den eed. En deze wederom de adjoints en munici palen, zijnde ik ook onder deze laatsten. Hiermede was de ceremonie geindigd ieder ging zijn weg. Ik was zeer aangedaan en had veel met mijzelf te doen. Ik had zedert 1803 al zeer veel van den last der stedelijke administratie voor mijn rekening gehad. In de laatste tijden was dit met zeer veel onaangenaam- 167

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 215