De generaal Osten was aan 't hoofd der troupes. Nadien is Vlissingen 1809 augustus geheel met Engelsche troupes bezet en nu wagtte men alle ogenblik eene proclamatie. Zowel gistren als heden was er sterk geschoten in 't Westenmen dagt van de batterij te Neusen. Ook verhaalde men, dat de Engelsche schepen al voorbij Bath na Antwerpen voeren. Op 't stadhuis begon het allengs stiller te worden, vermits de inkwartie ring van officieren ophield. Ondertusschen wierd er nog van 's morgens 7 tot 's avonds 11 gezeten. Ik vernam int zekere, dat het getal der troupes in Vlissingen, met zieken en gekwesten, heden was 5807. Voegt men nu hierbij 1800, die reeds krijgsgevangen waaren, en dan nog de gesneuvelde, dat ook al een aantal bedragen heeft, dan moet er geduurende het beleg al vrij wat van de overzijde ingekomen wezen. De stafofficieren hadden per missie om eenige dagen aan wal te blijven om hun zaaken te arrangeeren. Osten kwam dezen avond in Middelburg. Er waaren terstond veel men- schen aan zijn huis. Hij was al vrij generaal bemind en had zig altijd beijverd, om iedereen genoegen te geven. Ook had hij zig als zodanig gedragen bij de burgerij van Vlissingen geduurende het beleg. Hij had de 15 uitvallen, die uit Vlissingen gedaan waaren, altijd gecommandeerd en geen wonden bekomen. Het water 's avonds 171/q duim. Men vernam, dat over het onbezet ge deelte van Zeeland de kwartierdrost Ermerins tot landdrost en A. Sinclair tot secretaris benoemd was. Voorts was den dag rustig en stil. Lord Chatham dineerde aan mijn huis bij mijn generaal Brownrigg. Saturdag 19. Het water was heden 18 d. De troupen trokken allengs van voor Vlissingen in de stad en andre embarkeerden te Rammekens. In Vlissingen kon men nog niet komen zonder pas. Ik zag heden de campen en batterijen aan de zijde van Zouburg. Er viel niets bijzonders voor. In de stad verminderde ook de beweging zigtbaar. De berigten van den toestand van Vlissingen waaren allertreurigst. Het water bleef op 18 d. staan. Zondag 20. Het water bleef op 18 d. Veele weylanden waren bezet aan de zuydoost kant van 't eiland. Men vernam dat het hoofkwartier morgen vertrok. De staf der Fransche krijgsgevangenen wierd heden ingescheept, passeerende in wagens door Middelburg. Monnet moet niet in Middelburg geweest zijn. Osten genoot veele blijken van vrindschap bij zijn vertrek. Er viel wijders niets bijzonders voor. Er kwamen Hollandsche couranten en verscheyde menschen uit Holland. Wijders niets belangrijks. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 25