1809 augustus Maandag 21. Heden vertrok het hoofdkwartier, waarna toe wist nie mand, men dagt na Goes. Ik geraakte also ook mijn boel kwijt. Er ver trokken nog altoos veel troepen uit het eiland. Er kwam vast guarnisoen in Middelburg, onder commando van den generaal Fraser, circa 2000, die alle wierden gecaserneert. Met de inkwartiering van officieren liep het weer zeer druk. (de post) De voorn, troupen kwamen heden niet binnen. Voorts viel er niets van belang voor. Alles was rustig en stil. Het water I8I4. Dingsdag 22. Heden kwam eenig guarnisoen binnen. Alweder drukke inkwartiering van officieren. Het water was 18 d. en bleef dus staan. Heden kreeg men eerst van den generaal Sontag een nota met invitatie aan de regeering uit naam van lord Chatham om provisioneel en tot nadre order het bestuur te blijven waarnemen. Er gingen weer veel schepen de Schelde op en veel troupes na Goes. Van hetgeen aldaar gebeurde hoorde men niets. De passage na andre eilanden wierd moeilijker. Een proclamatie verbood dit zonder van een pas voorzien te zijn. Men maakte aan 't veer van 't Sloe bruggehoofden om het transport van paarden gemaklijk te maken. Er wierden nogal requisitiën gedaan van zwaar hout, de betaling der vivres ging zeer mank. Voorts was alles overal in stad en eiland rustig. Woensdag 23. Ik reed 's morgens vroeg te paard over Souburg na de Nolle, vandaar na Vlissingen. De stad was vreeslijk geteisterd, Oud-Vlis- singen geheel verwoest. Het westlijk gedeelte der stad had het meest geleden van de batterij aan de Nolle van 16 [stukken van] 24 lb en 6 mortieren. Aan het hof van de heer Reers was ook een batterij van geschut en mortieren en campen int oneindige. Ik bewaarde de tour na de zuidkant van 't eiland tot eene andre gelegenheid. Men verhaalde, dat Rusland zig met Oostenrijk en Pruyssen tegen Vrankrijk verbonden had. De tijd zal 't leeren. Ook dat de Engelsche schepen reeds voorbij Lillo waren, den gang hebbende op Antwerpen. Veele kraamen stonden nog open, dus nog kermis., De menschen verlang den wel te vertrekken, zij hadden er al twee a drie dagen de belofte van. maar het kwam er niet toe om paspoorten af te geven. Het water begon te zakken. Bij Vlissingen was het merkbaar. Aan de paal was het nog 181/4 d. en aan de Domburgsche watergang, door de gemaakte afdammingen, maar 4% d. Veele klaagden over de afdammingen, want zonder die zou de zuidwestkant vant eiland minder water gehad hebben, maar daartegen ook zou een groter gedeelte vant eiland verzout zijn geworden. Iedereen van pas te maken scheen dus in dezen ook moeilijk. Voorts was alles rustig en wel. 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 26