betaling der leverantiën, dat hij geen macht had, daarin verandering te 1809 september maken, dog van de repraesentatiën aant Gouvernement zou kennisgeven. Door gebrek van betaling leverden nu ook de bakkers en slagters niet meer. De troupes kregen beschuit en gezouten vleesch en men begon zelf te bakken, vooral wit brood voor de zieken. De 42 Hollandsche kannon- neerbooten waren al uit Keeten komen afzakken, na den kant van Zuid en Noord-Beveland. Men zeyde, dat D. Bruce int eerste eiland comman deerde. Maandag 11. Het hoofdkwartier zou heden vertrekken, alles was inge pakt, dog zij bleven. Zo men zeyde om het slegt weer en harden wind. Het Stedelijk Bestuur resolveerde, alsnu gedwongen door de note van gistren, te continueeren. Men konde ook niet wel anders. Voor mij was het altoos moeilijker, als ter verantwoording opgeroepen zijnde. Dan er viel geen keuze voor mij. Indien dit mij tot misdaad gerekend word, dan ben ik indedaad sacrifice met de welmenendste oogmerken. Er liepen allerley gerugten: oorlog opnieuw tusschen Frankrijk en Oos tenrijk, nieuwe opstand int Pruyssische, nieuwe expeditie in Engeland gereed, andermaal Antwerpen te willen attaqueeren, verandering in 't Parlement etc. Alle de andre eilanden schenen met Hollanders bezet. En heden kwam er nog een schip met turf binnen. De prijs was 14. De passage na Holland en vice versa scheen wel moeilijk, dog niet gesloten. Dingsdag 12. De noord-weste wind was weder oorzaak, dat het hoofd kwartier niet vertrok. Er kwamen weer 12 schepen met Engelschen te Vlissingen binnen. Men zeyde, dat er nieuwe troupen kwamen om de zieken te vervangen. In de kaay lagen al verscheyde koopvaardijschepen. Er waren al koop dagen aangelegt van coloniale producten en manufactuuren. Er was niet veel courage om te kopen. De wisselvalligheid der omstandigheden en gebrek aan debouché waren er oorzaak van, temeer daar men zeyde, dat de Engelsche goedren, te Zierikzee gevonden door de Hollanders, gecon- fiskeert waaren. De kerken wierden heden ontledigd van troupen. Zij gingen alle in casernen. Het aantal zieken was enorm. Het bedroeg eer- gistren elfduizend. In de stad was alles wel. Woensdag 13 viel niets bijzonders voor, dog ik was buitengemeen ge plaagd door aanvragen en klagten wegens gebrek aan betaling door de Engelschen, terwijl de commissarissen alles na mij zonden, even of ik geld in handen had. Dit zal nu erger worden door de proclamatie van den 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 35