1809 September 11 september, volgens welke alle praetensiën ter griffie moeten worden
overgebracht om er een generaale lijst van te maken. Of er betaling volgen
zal moet de tijd leeren. Ik sloeg de requisitiën af, die mij gedaan wierden
voor zommige zaken en schreef een brief aan den commissaris om alvo
rens te weeten den voet van betaling.
Donderdag 14. Heden vertrok het hoofdkwartier na Engeland en dus
ook mijn gezelschap, de wind zuid-west. Eyre Coote betrok het huis in de
Abdij en was nu opperhoofd. Men requireerde scheepstimmerlieden voor
Vlissingen, dog er waren weinig aanhanden. De spraak was, dat men het
linieschip afbrak en de twee andre volbouwen zou om zee te passeeren
en in Engeland te worden afgemaakt.
Vrijdag 15. Er wierden veele arbeiders gerequireerd, zoo van de stad
als dorpen, om aan de werken van Vlissingen te arbeiden. Het scheen,
alsof men Vlissingen sterk wilde maken. De navaale magt bleef nog al
meest in groote sterkte rontom 't eiland leggen. Van de landmagt moet
al veel vertrokken zijn. Men vertelde, dat de Engelsche zouden vervangen
worden door het corps van Brunswijk Oels, dat onlangs in Engeland was
aangeland, in veronderstelling, dat men onder dat corps zoveele zieken
niet krijgen zoude. De zieke vermeerderden thans niet veele, maar er
stierven zeer veele: 18 a 20 op een dag. Met de oostewind begon het water
te minderen. 16% duim.
Saturdag 16. De passage na Holland scheen allengs moeilijker te worden.
Heden kwam U vrouw en vernam daaruit met blijdschap Uw wel
stand, dog was geheel terneergeslagen, haar zonder Uw te zien. Ik had
gemeend, dan eerst au fait te worden van den staat van zaaken in Holland
en nu ben ik daarin vreeslijk teleurgestelt. Men scheen in Holland althans
niets van den vrede met Oostenrijk te weeten en de gemoederen moeten
daar ook, na hetgeen ik konde opmaken, in gansch geene rustigen toon
gestemd wezen, althans te Amsterdam en Rotterdam. Ongelukkig vader
land. Eu quo discordia cives perduxit miseros!
In de stad was alles rustig, maar nog altoos veel embarras door inkwar
tiering. Men occupeerde voor casernes heden onder anderen de Concert
zaal en de Comoedie, de laatste propria authoritate.
Zondag 17 was meer dan ooit rustig voor mij. Er viel niets bijzonders
voor. Ik vernam heden, dat 't Departementaal Bestuur gepersisteert had
bij de weygering om te blijven continueeren. Niettemin had men onder
20