Het eerste gerugt scheen enigzints gegrond en dit vermeerderde ook de 1809 september reden om iets van de andere te gelooven. Woensdag 27. De bovenstaande gerugten hielden nogal stand. Men zeyde, dat de Engelsehen te Rotterdam kwamen, dat de prins op reis was etc. Donderdag 28. Heden was het op dat sluk stiller. Natuurlijk wierd alles voor losse vertelling gehouden, zonder grond. De courant sprak van beweging in 't Luxemburgsche. Vrijdag 29 en Saturdag 30 viel er mede niets bijzonders voor. Het vorige verviel geheel exc. alleen de continuatie van oorlog op 't vaste land. In de Hollandsche couranten las men de brief van Bonaparte aan den minister van oorlog om het gedrag van Monnet te doen onderzoeken, speciaal of hij geobserveert had de order om bij een vijandelijke landing het geheel eiland onder water te zetten. Schriklijke last! Hoe wonderbaar ontkomen! Hier is de vinger Gods! De akelige gevolgen der vroegere of geheele uitvoering zijn niet door te denken. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 39