1809 oktober er aan Bath nog sterk gewerkt word, dat er een schipbrug over 't land legt, alleen gebruiklijk in stilte 'en bij laag water en zaamgestelt van hoogaarsen. Zij beslaat dus na mijn gissing alleen de geule daar het water blijft staan bij laag water. Hetgeen men van de vermeerdering der Hollandsche troepen in Goes had gezegt is onwaar, alleen waaren de campementen meer ingetrokken en dit had aanleiding gegeven tot de praetense vermeerdering. In 't land aldaar ging alles wel, evenwel militai- rement. De generaals Dumoncau, van Helden, Heiligers en D. Bruce waren daar. Volgens voorn, rapporteur waaren in Braband zelf [en] in Antwerpen zeer weynig troupes en nooit veel geweest. En hetgeen er was meest guardes des cötes, cherchers etc. En hierop kon men staat maken. Vrijdag 13. Ik vernam van iemand, die van Zierikzee kwam, dat het kort geleden te Zierikzee, vooral in Duveland, zeer had gespannen, toen op koninglijke order veele landlieden etc. genoodzaakt wierden om na Goes te gaan om aan de batterijen te arbeiden. Men had dit geweygert. geat- troupeert etc. En zij waren bevredigt, omdat zij weder ontslagen waren. Anders1 De Regtbank was heden ontboden bij den generaal Coote. omdat zij voortgingen sententie te slaan uit naam van den koning van Holland. De leden scheenen op dat stuk wat heet. Zij wierden geïnterdiceert daarmede voort te gaan en resolveerden daarop, zig van hunne posten ontslagen te houden. Waarvan zij bij missive aan gem. generaal en aan 't Stedelijk Bestuur kennis gaven. Zaturdag 14. De Regtbank kreeg heden stellige order van den generaal Coote om tot nadre voorziening te continueeren in haare functie op poene van militaire exsecutie aan personen en goederen. Natuurlijk obedieerde men. De tijding kwam, en wierd door een Hollandsche courant in den avond bevestigt, dat de vrede tusschen Vrankrijk en Oostenrijk gesloten was op den 3 dezer. Nu zal zig de zaak van Walchren alras moeten ophel deren. Blijven of heengaan: wat zullen de Engelschen nu doen? En wat dan ik [en] andre, casu quo? Ontrustende gedagte! Moeilijk besluit! Zondag 15. De Hollandsche platboomers waren op Schelde en in Keeten reeds tot 61 vermeerdert. Men praesumeerde, dat het schieten van gistren was geweest over de vrede. Heden waren alle metselaars, timmerlieden, smits, loodgieters en glazemakers bij den commandant ontboden. Dog zij wierden tot maandag uitgestelt. Er scheen questie over het bouwen van casernes. Dit beduid althans geen heengaan. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 42