(Ik mogt immers niet medewerken om 't eiland te defenderen). Enfin, ik 1809 november
excuseerde mij en dit deed ik ook finaal over de waarneming van 't land-
drostampt, om redenen bovengem. met observatie, dat mijn bezigheden
reeds te veel waren en dat ik wel verzogt van alles af te wezen,
reïtererende daartoe mijne instantiën met wethouders reeds aan lord
Chatham gedaan. Indedaad het moet voor Don, die als krijgsman tevens
het belang der opgezetenen willende voorstaan, embarrassant zijn, geen
menschen te kunnen vinden voor de civile administratie.
Maandag 6. De landdrost kwam mij op 't stadhuis zien om kennis te
geven van eene conversatie, door hem dien morgen met Don gehouden,
tenderende om mij uit zijn naam tot het waarnemen der prefecture te
adhorteeren. Hij was met Don zeer ingenomen, daar hij zig had uitgelaten,
wel te begrijpen, dat hem landdrost cum suis, dit niet meer konde gevergt
worden, maar dat het Hollandsche Gouvernement kwalijk had gedaan van
niet hun te hebben verzogt te continueeren, liever dan ontevreden te zijn
over eene korte continuatie, vooral daar dit eiland tog niet altoos door de
Engelschen zou geoccupeerd blijven en dan tog beter was, de zaaken in
order te houden dan in 't niet te laten lopen etc. Mijn antwoord was als
gister en eergistren over de zaak zelve., Indien de landdrost c.s. zig niet
hadden onttrokken, ware er thans geen verlegenheid. En nu zou men alles
van mij willen hebben! Dit ware onredelijk etc. Enfin, hij zou er nog eens
met de zijne over spreken. Dog ik weet wel, dat hiervan even weynig iets
komen zal.
De tijdingen uit Goes waren, dat daar alles vol Hollandsche troupen was
en vandaar zo wel als uit Holland, dat men vastlijk gezind was eene attaque
te wagen. Hoezeer de Engelschen wel alles doen alsof zij blijven willen, zijn
er tog nog veele. die er zeer aan twijffelen en zeggen dat er bij het
Gouvernement nog niets van bepaald is. Ik kan dat vertrek der Engelschen
nog niet voorzien. Vlissingen is voor haar een zeer aangelegen militair en
geheel Walchren een zeer goed mercantiel point zolang de oorlog op 't
vasteland voortduurt en wanneer zal die eindigen? Heden had men hier
de vredesvoorwaarden tusschen Vrankrijk en Oostenrijk. De keizer word
te Antwerpen verwagt (ut ajunt), althans er zijn keizerlijke guardes aldaar
aangekomen. En er moet een decreet genomen zijn, dat voor het einde
van 1809 de Engelschen van 't vasteland moeten verjaagd zijn en alzo ook
uit Walchren. Nu! decreeteeren op papier valt tog altijd gemaklijker als
op 't veld uit te voeren.
Dingsdag 7. Veele menschen, ook vrouwen van distinctie, hadden bij
33