1809 november waren, meende ik aan den heer Sontag [de] verlangde faciliteit tot hande len te bespeuren. Nu wantrouwde ik mijne observatie. De tijd zal 't leeren. Voor mijzelf was ik matig tevreden over de wijze van rapport en voor stel door den heer Bijleveld gedaan: met veel woorden en weynig engagents. Ik vernam nog van den toornwagter, dat hij meende te hebben geob- serveert, dat de Engelschen schepen hadden laten zinken aan 't vaarwater bij Kattendijke. Men verhaalde, dat er Engelsche officieren waren overge gaan op Camperland. Dit gaf soupgon van onderhandeling, dog ik geloof de 't niet. Het weer was uittermaaten slegt, met veel regen. Hoe kan men zig in zulk een saisoen tot militaire toerustingen bereiden? Woensdag 22. De 57 schepen van gistren waren te Vlissingen gekomen. Het waren oorlogschepen en transportschepen. Er waren troupen aan boord. De quantiteit wierd zeer verschillend opgegeven. Heden debar- queerden er geene. Ik was met de andre heeren weer hedenavond ten 7 uuren bij den heer Bijlev [eldDe heer Sontag kwam er ook. Zijn oogmerk was alleen om eens nader te weeten, of hij de boodschap van den heer Bijleveld wel gevat had. (Geen wonder: zij was niet klaar voorgestelt). Hij had ze in 't Engelsch op schrift gezet. Dog onnaaukeurig. De heer Bijleveld dicteer de dan opnieuw en zij schreven beyde. Nu was het beter, dog te langdra dig. Enfin, chacun a son style. Er wierd van onze zijde nog sterk aange drongen, om eene onderhandeling te openen. Het antwoord was, dat hij nu rapport zou doen aan den generaal Don, die 't waarschijnlijk aan zijn gouvernement zou voorleggen. Men vroeg, of men permissie had dit aan Dumoncau te melden. Hierop zoude hij ook het goedvinden van Don vragen en ons communiceeren. De neiging tot evacuatie scheen genoeg geprononceerd indien Vlissingen aan Holland bleef. Maar dit was altoos de struikelblok. Ook was de neiging om te handelen duidelijk genoeg. Maar er scheen aan den generaal de bevoegdheid te ontbreken, om zo iets te doen. En dus moest men na Engeland last vragen, waartoe zeker agt dagen nodig waren. Wij insteerden op spoed, verlangden antwoord en Sontag vertrok. De schepen moeten wel troupen in hebben, maar de quantiteit wierd zeer verschillend opgegeven. Donderdag 23. Heden vertrok weer een groot aantal zieken na Engeland. Mij wierd gezegd meer dan 1000. Men gaf het getal der manschappen op de schepen op 1500. Het weer was bijzonder ongunstig. Er viel veel regen. 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 58