Het landwater wies aanmerkelijk, nadien de Veersche sluys niet mogt 1809 november geopend worden, om daardoor het land met zoet water te vervullen, ten einde alzo geen zout te moeten inlaten. Want van inundatie wierd tog veel gesproken. Voorlopig zelf om de Oranjepolder te inundeeren, item de Susanna, Nieuwerkerk en Nieuw- St. Joosland. Hoe gelukkig was dan misschien niet dat regenagtig weder. Welligt een evenement, dat grooter kwaad moest voorkomen! Alweder Godlijke bestelling! Datzelfde weer verhindert ook welligt een attaque op 't eiland door 't inpracticable der wegen etc. en dus alweder dezelfde voorzienigheid. Wat klagen wij dik wijls over evenementen, waarvan wij het goede voorbijzien. Kortzigtig mensch, zwijg. Whatever is, is right. Vrijdag 24. De heer Bijleveld had dezen morgen van Sontag kennis ge kregen, dat de bewuste boodschap, zoals zij in schrifte vervat was, na Engeland gezonden was, om de intentie van 't gouvernement te verstaan en dat hij permissie had, dit aan Dumoncau te melden per missive, van welke hij tog vooraf de lectuure verlangde, hetgeen gereedlijk was ingewil- ligt. Dit wierd dan ook alzo volbragt en de expresse vertrok ten 2 uuren van hier. Er wierden te Vlissingen nog geen troupen gedebarqueerd. Men twijffelde of er wel waaren. Er kwamen nog 7 Engelsche fregatten en brikken uit zee voor Vlissingen. En met dat al gaf het vervoeren van zeer veele objecten na Vlisingen sterk vermoeden op evacuatie. Het landwater was 26 duim. Saturdag 25. Den vervoer na Vlissingen duurde nog al voort. Item de evacuatie van hospitaalen en het vertrek van al wat genie was, den collonel Pikkington aan 't hoofd. Particuliere tijdingen melden den stelligen last tot evacuatie en ook het militair begon het minder te desavoueeren. Een inspectie van den generaal Don met de Directie van 't eiland had ten gevolge, dat men de berooving der dijken tusschen Arne- muiden en Vere grotendeels deed herstellen. De coupures waren eigenlijk dieper gemaakt dan voor het praesente oogmerk nodig was geweest. Er vertrokken 41 schepen met zieken etc. van Vlissingen na Engeland. Zondag 26. Al vroeg wierd ik geinviteerd in een besogne door de land drost. Aan dezen had Sontag verzogt een conferentie met hem, J. W. S[chorer] en mij, alwaar de generaal Don zekere opening zou geven. Omdat Bijl [eveld] bij soortgelijke besognes onlangs had geadsisteert pro poneerde men hem ook te inviteeren. Dit stond men toe, dog men had het liever niet gehad. 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 59