1809 november hadden nog een zamenkomst bij den heer v[an] Doorn, alwaar de
heer B [ijleveld verslag gaf van het berigt, gistren aan mij gecommuni-
ceert. Er wierd nog gediscuteert of men nader bij den generaal Don
moest aandringen. Dog hiertoe wierd niet besloten en corps, maar ieder
daartoe verzogt, zo veel gelegenheid hij had.
Ondertusschen kwamen allerley allarmante tijdingen uit Vlissingen. Dit
was waarheid. Men was bezig met de beschoeiing van het Dok aan de
oostzijde te ruïneeren. De regering had nog repraesentatiën gedaan om de
westzijde te sauveeren. Bij de Sas maakte men diepe groeven om met kruid
te vullen. De lootsen op de Werven wierden verbrijseld, ook het Arsenaal
van binnen en de parapets van den Westdijk in zee gestort. Voorts was
het niet dan jammer en elende door 't algemeen alarm en vlugten na
Middelburg met personen en goedren. Er wierd nog een regiment
Engelschen ontscheept en marcheerde na 't Sloe, zo men zeyde, om de
retraite te dekken. Ook wierden derwaerts spaansche ruiters vervoert. Men
was zedert gistren al begonnen te disponeeren op de landskas, zelfs van
dingen, die door Engeland tot nu toe betaald waren, b.v. gepreste schepen
in september etc.
De ontsteltenis over hetgeen men zag en hoorde was algemeen, iedereen
ingeslagen en naargeestig. Geen wonder: zulk eene verwoesting in zulk
een klein eiland! O, hoe dikwils wenschte ik mij verwijderd van dit
tooneel van jammer en ongeluk! En dan weer: waarom dit wenschen,
wanneer ik enig nut kan aanbrengen in een plaats, daar ik zoveel goeds
genoten heb. Ik wierd vreeslijk geslingert door de menigte van denkbeelden
die zig voor mij opdeden. Gelukkig, dat aanhoudende bezigheden mij
aftrokken en mij geen tijd overlieten. Ik waare anders altezeer neergesla
gen. O, wat wenschte ik wel zoo maar een zekeren tijd eens ergens uit te
rusten en een kalme ziel te hebben! Dan het is hier de plaats der ruste
niet! Voortgaan dan maar en stil volgen! Dat is pligt. Maarzij is
moeilijk.
Van Vere had men geruststellende tijdingen, dat aldaar geen leed zou
geschieden en alles in vorigen staat blijven, zo wel als verzekeringen van
een rustigen aftogt, zonder enig molest of desorder.
Woensdag 29. Er kwamen heden enige Hollandsche deserteurs over, die
aanstonds dienst namen. Alles pakte en droeg heen. In de Waag was het
ongemeen druk. Er viel wijders niets bijzonders voor. Evenwel vernam ik,
dat men te Vere ook bij het inpakken wel eens bij abuis verkeerd goed
meenam en ruïneerde. Men sprak van het Arsenaal aldaar te ruïneeren.
Dog 't scheenen maar gerugten.
46