1809 december een bezetting zou agterlaten te Middelburg, Vlissingen en Vere, Arne-
muiden en Rammekens, te Middelburg onder commando van voorn,
colonel, te Vere van den heer Pak. Dat hij gezorgt had, dat alles in order
gaan zoude, nogmaals verzekerende geen molest, veel min inundatïèn of
andre ongemakken, te vrezen te hebben, tenware bij eene onverhoopte
attaque, wanneer hij alle middelen moest te bate nemen. Hij verzogt mij,
te zorgen, dat in casernes alles bleef in statu quo, om bij non-embarque-
ment de troupes weer te dienen, zijnde anders het resterende voor de stad.
De tijd der complete evacuatie, die gelijktijdig zoude wezen met het
vertrek der schepen, hing af van weer en wind.
Vermits de praesentie van andre officieren konden wij over de bewuste
zaak niet spreken en verzogten daartoe eene particuliere audiëntie, die ons
tegen den volgenden dag, 's morgens ten 9 uuren, wierd toegestaan aan 't
huis van den heer Sontag. De generaal Don zeyde nog, dat de mariniers
brandden om te attaqueeren en te onvrede waren, dat zij niets hadden
uitgevoert. Eindlijk permitteerde hij het openen der sluysen, Steenenbeer
en Mannezee, nam beleefdlijk afscheid en vertrok.
Saturdag 9. Wij hadden ten 9 uuren de conferentie, daags te voren be
paald. Men vroeg 1. antwoord op de boodschap, na Engeland gezonden
over het occupeeren van 't eiland door de Hollanders, mits Vlissingen ook
aan haar overging, 2. of er in allen gevalle geen middel te beraamen was,
om de Hollanders de eerste te doen overkomen.
Hij antwoordead 1, dat het antwoord van den minister was, dat aange
zien de evacuatie in allen gevalle bepaald was, dat voorgeslagen arrange
ment afsprong, ad 2, dat dit veel afhing van de mesures van den admiraal,
die de retraite dekken moest, dog dat hij dit gaarn met hem zou overleggen
en ons daarvan zelf of door Sontag rapport zou doen.
Men sprak om het Sloe te blijven observeeren en een demonstratie te
doen aan den kant van den Hont om intusschen de Hollanders uit Noord-
Beveland te doen overkomen en de Fransohen aan den kant van den Hont
bezig te houden. De generaal zou hierover spreken. Sloeg voor, op den
Abdijtoren de beweging der vloot te observeeren en alzo spoedig na Du-
moncau renseignementen te doen toekomen. Wij moesten afwagten het re-
sultat van zijn overleg met den admiraal. En wij scheidden. Tegen den
middag vertrok hij met de troupes na de schepen en embarkeerden, latende
bezettingen agter volgens hetgeen gistren gezegd was. In Middelburg
hleeven circa 200 man, alle in het Oost Indische Compagnie-Huis.
Slegt weer, zuidewind.
In Vlissingen had gistrenavond een trompetter rondgezegd, dat dezen
50