1809 december schen commandant. Dan, alles verklaart zig ongelukkig zeer ligt, wanneer men let op de tijdingen, die gem. generaal ons uit Holland verhaalde betreklijk de apparente incorporatie van Holland, tenminsten zeker van Zeeland cum annexis, in Vrankrijk, blijkbaar uit de boodschap van Napoleon aan den Senaat, hiervoren vermeld, en de ministerieele harangue, daarop toepasselijk, waarbij Holland word aangemerkt als een accres der rivieren en dus als een accessorium, dat zijn principaal volgen moet. Ook waren de tijdingen verder, dat de eisschen van Napoleon exorbitant waren. Hij was ondertusschen van Josephine gescheyden, wijl zij niet meer geschikt was voor de procreatie en hij opvolgers uit zijn eigen bloed aan Vrankrijk leveren wilde. En onze koning was nog te Parijs. Terwijl de 3 pet effecten op dat alles tot 30 pet gedaalt waren. Welk een toestand voor ons ongelukkig land. Hier schiet menschlijke hulp verre tekort en zonder Godlijke voorzorg is ons vaderland voor altoos misschien verdeeld en verloren! En hoe zal nu hier onze situatie worden? Kan men na dat alles wel anders wagten dan Franschen, die misschien kortheidshalve en om alle verdre ceremoniën te vermijden ons dadelijk in bezit zullen nemen en dan overstromen als sprinkhanen in Egypten!Dit zal zig alras opklaaren. Inmiddels is gelatenheid en onder werping de leer van 't Evangelie. Er valt tog geen hair van ons hoofd zonder de wille des Hemelschen Vaders. Terwijl nu Vere met Hollandsche troupen bezet was, lagen nog heden avond veele Engelsche schepen aan 't Brezand. den Haak en Roompot en 3 voor Vlissingen; de 29 Hollandsche cannonneerbooten bleven nog bij Wulpen ten anker leggen. Het gepasseerde van dezen dag, vooral relatif de voorschr. tijdingen, veroorzaakten mij angstvallige gedagten! Neerslagtige vooral over den veegen nood van ons land, ontmoedigende voornamelijk bij zoo verre ik mijn beste jaaren en levenstijd besteed had in den dienst van eene stad. die ik welligt zou moeten verlaten en daarin zelfs nog moet blijven voortvaaren. Neen, dat kan ik, als de uitzigten zo blijven, met dat hart, met dien ijver, niet meer doen! Dat voel ik dat onmogelijk word. En hoe kom ik er van los, en wat dan? O, wat al vragen doen zig voor mijn geest op, die ik niet kan beantwoorden. God geve mij en andren wijsheid om Zijn weg te volgen en in alles die keuze te doen, die voor Zijn eer en ons belang het meest bevorderlijk zal kunnen wezen. En dan: Si fractus illabatur orbis impavidum etc. Dingsdag 26. Ik vergat onder gistren te melden, dat de toornwagters eergistren nagt hadden zien roeien drie sloepen van de Engelsche can- 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 76