1810 februari zegen aan de mijne. Vrouw en kinderen rontom mij geschaart. Neen, ik mag niet klagen. Hoeveel meer elende zie ik rontom mij. Laus deo! Vrijdag 2. Alweder niets met de post. De koning had nog den 26 dezer een intendant te Holsnedijk [Honselaarsdijk] aangestelt. Particuliere tijdingen bragten mede, dat Bergen en Breda Fransch verklaart waaren, dat men daar zelfs de politie stond te organiseeren. Van Parijs melde men van 26 january, dat de keizer den koning niet meer zag zedert den 19. en dat de onderhandelingen wierden voortgezet door den minister van binnenlandse zaaken. Ook dat de koning had willen vertrekken, dog dat hem dit niet gepermitteerd was. De prijs der effecten was allerslapst. Nimmer was in Amsterdam de stagnatie zo zigtbaar. Saturdag 3. Heden begonnen de douaniers opnieuw de huyszoekingen. Ik moest volgens missive [van] Gilly 4 wijkmeesters tot adsistentie geven. Zij hebben veele huysen zeer naauw geëxamineert en veel goedren mege- nomen. Zij wierden geadsisteert door de gens d'armes. De post. Het bleek evenwel, dat dit maar enkele personen getroffen had. Daar ondertusschen deze handelwijze aanliep tegen de gegeve verzekeringen door den generaal Bertrand, dat alles was afgedaan moyennant 1500 ducaten, waarvan hierboven, daar Gilly mij zelfs meer dan eens gezegd hadpourquoi ne s'est on pas addressé a moi, jamais ce fut l'intention de l'empereur de faire des recherches que dans les dépots ou magasins, daar de proclamatie van 1 january alle eigendommen guarandeerde, begreep ik over die materie een brief te moeten schrijven aan den generaal Gilly. De heer Vernede coucheerde die zeer fraay, energicq en vleiend, ut fas est, en zij zou morgen vroeg verzonden worden, terwijl de gerugten waren, dat de visitatie morgen zou worden voortgezet. Zondag 4. Er was heden geen questie van visiteeren. Zou die brief iets uitgewerkt hebben? Ik geloof waarlijk, dat iedereen zo maar eens pro beert, hoever hij 't brengen kan, om zijn belang quovis meliori modo te bevorderen en dat er tog nog een zekere schroom is, wanneer een gecon stitueerde magt zig ertegen verzet. Maandag 5. Heden kreeg men per post van gistren de zekere tijding van de bezetting van Bergen, Breda etc. in naam van den keizer en dus was het geen geaccordeerd cantonnement meer door den koning van Holland. Dit was 't stuk: Habitans du Braband, des Isles de la Zélande et de celles situêes entre la Meuse el l'Escaut. Sa Majesté l'Empereur et Roi Napoléon m'ayant ordonné de prendre militairement possession des pays situés entre la Meuse et VEscaut, j'y envoye des troupes sages et disciplinées, qui ont 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1963 | | pagina 98