zeker zoude zijn van zijne benoeming als onderwijzer. Dit is geheel in strijd met de verordeningen. De gemeente Hontenisse heeft twee dorpenKloosterzande en Lams- weerde. Kloosterzande. Ofschoon de gemeente Hontenisse enkel uit Roomsch- gezinden bestaat, zijn echter in dit dorp de onderwijzer en ondermeester van de Protestantsche godsdienst. De onderwijzer is er nogtans geacht. Ongemerkt heeft hij de spel- door de klankmethode doen vervangen» Daarbij maakt hij geen gebruik van de letterkast, maar de letters, die eene lettergreep moeten vormen, schrijft hij naar de regels der klankmethode met krijt op het zwarte bord en leert die naar dezelfde methode uitspre ken. Hij noemt het spellen. En nu zijn de eenvoudige boeren tevreden. Van de letterkas hebben zij eert afkeer. Zij noemen het een tooverspel. Het lezen, schrijven en rekenen was voorts op vrij goeden voet. Lamsweerde. Hier zijn onderwijzer en ondermeester Roomsch. De eer ste is bejaard en, weinig geschikt. De laatste doet zijn werk vrij goed, doch hij moet, naar den zin van den hoofdonderwijzer, de spelmethode aan houden!, waarvan zich de nadeelige invloed op den leestoon deed opmer ken. De ondermeester onderwees verder het ontleden van volzinnen en de aardrijkskunde van Zeeland. Te Hulst ontbreekt het den onderwijzer J. de Bruijn niet aan bekwaam heid. Maar hij is norsch en overdreven streng en daardoor niet geacht, maar gevreesd van zijne leeringen, op wier gelaat ontevredenheid ge- teekend stond. Voor raadgevingen van den schoolopziener is hij doof. In weerwil zijner bekwaamheid is er op zijn onderwijs veel aan te merken. Er is een letterkas, doch zonder gebruik, zooals hij verzekerde, omdat de Roomsche geestelijkheid er tegen was hij is Protestantsch). Er wordt dus gespeld en op matige toon gelezen. De taalkunde werd een weinig beoefend, doch het schrift, het rekenen en het aardrijkskundig onderwijs waren goed. Ter Neuze. Hier werd de spelmethode zeer ondoelmatig aangewend door den meester. Hij spreekt de letters van een woord achtereen uit en dan het geheele woord, en de kinderen klappen hem na. Zoo ging ook het lezen, alles op eenen dreun. De ondermeester had de hoogste klasse en daar was de leestoon iets beter. Voorts werd er een weinig taalkunde behandeld, vrij goed geschreven, gerekend en de aardrijkskunde der Nederlanden en die van Europa vrij wel beoefend en zeer goed gezongen. Te Overslag is het lokaal veel te klein, doch er zou een ander lokaal gezet worden. Hier vond ik alweder de spelmethode en hoorde ik eentoo- 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1964 | | pagina 25