Kostscholen in Zeeland.
Dis- Stad
trict
Namen van
den kostschoolhouder de kostschoolhouderes
2de Zierikzee W. Top
3de Goes
lste Middelburg D. Borking
P. J. H. van Bree
Mevr. C. E. Rochat, geb.
Roland
Mevr. van der Weide, geb.
Lasserre.
Mevr. J. C. de Kanter, geb.
Groeneijk.
B. DE LATIJNSE SCHOLEN.
s-Gravenhage, den 23 Augustus 1838.
Ik heb de eer Uwe Excellentie 1aan te bieden mijn verslag wegens den
staat der Latijnsche scholen in Zeeland, welke, tengevolge van Uwer
Excellenties dispositie van 22 Maart l.l. no. 148 (Vde Afd.) dezen zomer
door mij bezocht zijn.
Den Heer Gouverneur, die mij op eene vereerende wijze ontvangen
heeft, heb ik mondeling van mijne bevinding berigt gegeven, en heb ik
voorts geene aanleiding tot eenig voorstel betreffende de genoemde
inrigting gevonden.
VERSLAG WEGENS DEN STAAT DER LATIJNSCHE SCHOLEN IN
ZEELAND, DOOR DEN ONDERGETEEKENDE IN DEN ZOMER VAN
DIT JAAR (1838) BEZOCHT.
In Zeeland zijn geene instituten van middelbaar onderwijs, in welke de
geleerde talen onderwezen worden, en nogtans zijn er niet meer dan drie
middelmatig bezochte Latijnsche scholen, de eene te Middelburg, met 22
leerlingen, de andere te Zierikzee, met 7, en de derde, eerst sedert drie
jaren opgerigt, te Goes, met 10 leerlingen, van welke 10 het kleinste ge
deelte voor de Hoogesoholen wordt voorbereid, terwijl het grootste ge
deelte voor de pharmacie, enz. bestemd is, waarvoor hoogstens drie jaren
Latijnsche schoolonderwijs als toereikend pleegt beschouwd te worden.
Aan welke oorzaken deze min bloeijende staat moge toe te schrijven
zijn, aan de onderwijzers is dezelve niet te wijten. De Middelburgsche en
de Zierikzeesche scholen toch hebben eenen der drie gebroeders Schnei-
ther, die onder de kundigste en geschiktste rectoren onzer Latijnsche
scholen mogen gerekend worden. Ieder hunner is de loopbaan van het
1) Deze rapporten bevinden zich in het Archief van Binnenlandse Zaken, Vde
afdeling onder 27-8-1838 no. 105 en 27-7-1849 no. 43.
25