Batenburg genaamd, die een goeden slag van onderwijzen heeft, en door eenen praeceptor met name Scheltema t) bediend. Deze laatste bekleed de zijn post eerst sedert een jaar en moest bij de aanvaarding van den- zelven voor het eerst zich gaan oefenen in de kunst van onderwijzen. Hij heeft dan ook wel de noodige kunde doch nog niet eenen gemakkelijken, indrukwekkenden toon bij zijn onderwijs. Hierop zal hij zich vooral moeten toeleggen. Te Zierikzee is de rector geheel alleen met den ganschen omvang van het onderwijs belast. Er is, weliswaar, ook een praeceptor, van der Palm, doch deze is van alle onderwijs ontslagen. Vroeger was hij hier rector, maar, ofschoon hem de vereischte kundigheden niet ontbraken, bleek hij toch, door logheid en onverschilligheid voor die betrekking ten eenenmale ongeschikt te zijn. Nadat curatoren vergeefs alle pogingen hadden aan gewend om lust en ijver bij hem op te wekken, is hem het rectoraat ont nomen en hij tot praeceptor verlaagd. Hiermede heeft hij zich getroost. Doch deze krachtige maatregel almede zonder uitwerking gebleven zijnde op die logheid en onverschilligheid, is hij nu van alle bemoeijingen met de school ontslagen en heeft hij zich laten welgevallen dat hem de ver- pligting opgelegd is om een gedeelte van zijne jaarwedde af te staan aan den rector, aan wien alzoo ook de praeceptorsschool en dus de geheele school is opgedragen. Te Goes is insgelijks slechts één onderwijzer, de genoemde rector, en schijnt hij voor den gansche omvang van het onderwijs wel berekend te zijn, althans nu er nog geene hooge klassen zijn. Uit het verslag over 1849. Middelburg. (Stedelijke gymnasien) Gewoonlijk zijn de beide afdeelingen der nieuw opgerigte gymna sien2) vereenigd in een en hetzelfde schoolgebouw, hetwelk tevens dient tot woning voor den rector, en staan zij onder één en hetzelfde collegie van curatoren, terwijl de rector met toepassing van het bepaalde bij Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 2 Augustus 1815 no. 14 het toeverzigt over alles heeft. Het gymnasium te Middelburg maakt hierop eene uitzondering. In 1842, toen het is opgerigt, bestond er eene Fran- sche dagschool en kostschool, met den bekwamen, doch bejaarden Borking aan het hoofd. Aan dezen is eervol ontslag verleend en in zijne plaats D P. Scheltema, 18121885; geprom. 1836; leraar te Middelburg; daarna wo nende te Amsterdam; 1848 gemeente-archivaris en tevens archivaris van Noord- Holland. 2) Eerste afdeling: de klassieke talen; tweede afdeling: moderne talen. 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1964 | | pagina 33