Latijnsche scholen.
Goes.
In de provincie Zeeland legt men zich meer toe op den landbouw dan
op de letteren. De van ouds hier bestaande Latijnsche school is dan ook
in 1790 opgeheven. In 1835 is zij hersteld en is daarbij de tegenwoordige
rector G. E. Everts aangesteld voor den geheelen omvang van het onder
wijs. Spoedig kreeg het eenigen bloei. Doch hij was van geen langen
duur. Ik vond er nog slechts drie leerlingen, waarvan één den zoon van
den naar Amsterdam beroepen predikant Swalue en die dus de school
stond te verlaten. De twee andere waren nog eerst een jaar op school ge
weest. Deze in 't bijzonder hadden in alles goede vorderingen gemaakt,
getuigende alzoo dat het verval der school niet aan gebrek van genoeg
zame bekwaamheid bij den rector te wijten is. Intusschen verheffen zich
stemmen uit de ingezetenen voor de opheffing eener kostbare inrigting,
van welke zoo weinig gebruik wordt gemaakt.
Zierikzee.
Ook deze Latijnsche school verkwijnt, niettegenstaande zij bediend
wordt door zeer bekwame leeraars, den rector de Bruijn de Neve Moll
en den conrector Volcke2). Ten vorigen jaare zijn de drie leerlingen
dezer school, die zich aan het staatsexamen hadden onderworpen, aldaar
afgewezen. Het getal scholieren is sedert tot vier verminderd, waarvan
een, die dit jaar zich aan dat examen zal wagen, maar dien ik er veel te
zwak voor heb bevonden, niet door de schuld der leeraars, maar vanwege
aanleg tot oppervlakkigheid.
De rector onderwijst Latijn, Grieksch en historia literaria: de conrector
al de overige vakken, daaronder de wiskunde, voor al hetwelk hij bleek
ten volle berekend te zijn. Men hoopt de Latijnsche school uit haar ver
val op te heffen door haar in een gymnasium te hervormen, en zulks
door vereeniging met eene aanwezige, wel ingerigte school van zooge
naamd middelbaar onderwijs.
1) H. M. de Bruyn de Neve Moll, 181398; rector te Zierikzee van 184280; in
dit jaar werd de school opgeheven.
2) C. W. Volcke, 181866; 1846 conrector te Zierikzee, 1865 te Nijmegen.
29