Mijn grootvader, Hubert Gillis, was enig kind. Naar mijn moeder mij
vertelde, was aan diens ouders, eerst laat getrouwd, de beperktheid van
hun gezin niet onwelkom geweest: het stelde hen in staat, aan hun zoon
een zo goed mogelijke opvoeding te geven; een voorbeeld, dat op zijn
beurt door Hubert Gillis werd gevolgd. De verhouding van Matthieu tot
zijn vroeggestorven vader is bijzonder innig en in zijn vroege en veel
zijdige ontwikkeling, mede op litterair gebied, moet mijn grootvader een
voornaam aandeel hebben gehad. Trouwens ook aan de kant van groot-
moeder's familie ontbrak de leeslust niet, met name bij „Tante Trine"
(Anna Catherina Slangen), die aldus de overlevering zozeer met
haar neus in de boeken zat, dat ze haar zaken als modiste er om verwaar
loosde. Wat haar niet belette, toen het móést, zich flink door het leven te
slaan. Ook tekentalent had Matthieu van zijn vader geërfd, al ontwikkelde
hij dit vooral in technische richting.
Het zal u na het bovenstaande niet al te zeer verwonderen, dat de sfeer
van dit R.K. gezin liberaal georiënteerd was. Geen uitzondering trouwens
in deze jaren kort na 1848, toen ook vele Katholieken in Nederland hun
hoop gevestigd hadden op het liberalisme onder de krachtige leiding
van Thorbecke.
Naar de „familiekroniek" wil bevestiging hiervan heb ik tot nu toe
niet kunnen krijgen vatte mijn grootvader, als drukker, het stoutmoe
dige plan op, om de nieuwe denkbeelden door het uitgeven van een
liberaal-gezin de courant onder zijn stadgenoten te verbreiden. Het ont
brak hem in de stad niet dit is uit latere brieven af te leiden aan
gelijkgezinde vrienden en relaties, en hij moet, althans voorlopig het getij
hebben meegehad. 2) Zo kon voor de jonge Matthieu de beste opleiding
worden gekozen, die Maastricht toen te bieden had: hij werd leerling
van het Stedelijk Atheneüm. In 1804 opgericht als „latijnse school" was
er in 1847 een vierjarige B-afdeling, de zogenaamde industrieschool aan
toegevoegd, gelijkstaande in leerplan met een latere R.H.B.S. s) Een voor
die tijd dus zeer moderne school. Dit gereorganiseerde Atheneüm, door
het rijk gesubsidieerd, stond onder toezicht van een Raad van Beheer,
samengesteld uit Maastrichtse notabelen.4) Mijn vader bezocht de B-
afdeling. Er werd, onder dr. B. Verver5), eerst leraar (1851), daarna
(1858) rector van die afdeling, veel werk gemaakt van de vakken natuur-
en scheikunde. Een foto, lang in de familie bewaard gebleven, toonde
Matthieu Ghijsen en zijn klasgenoten, als leerlingen van de hoogste klasse,
plechtig in geklede jas gestoken, in het schoollaboratorium. 6) Het taal
onderricht omvatte nederlands, frans en duits, de voertaal was vermoede
lijk nederlands. Zoals toen meer voorkwam, stond Engels niet op het
31