luchthartig. Druk en interessant werk, een chef die hem daarin ten volle laat delen, deze dingen wegen voor de zestienjarige jongen zwaarder dan de beloning. Begin september heeft hij „un petit secours" naar Luik kunnen zenden, maar als ook de maand september weer ten einde loopt, zonder dat er van een vaste salarisregeling gerept wordt, is het toch Matthieu zelf, die er over begint. Het werd tijd! Van 13 tot 29 september heeft hij niets kunnen laten horen, „J'ai couru plus de trois semaines avec quatre sous (10 ets) dans ma poche, ce qui est trop peu pour vous écrire et payer le port. En vous écrivant non affranchi, je n'étais pas assure que vous pourriez le payer, ce qui vous aurait causer de la peine. Vous pouvez vous imaginer que je faisais grande bombarie tous les dimanches avec mes quatre sous qui marchaient de ma poche dans ma main et vice-versa et cela sans tambour ni trompette." Dat hij er nu over schertsen kan, komt door het goede nieuws, dat hij te melden heeft, maar „tout le mois passé j'était triste, triste de ne pas recevoir de nouvelles de vous, triste de ne pas pouvoir vous en donner a cause du manque d'argent". Een wanhopige brief van thuis doet hem over alle aarzelingen heenstappen. En wat gaat het dan gemakkelijk! Het was immers totaal geen onwil, maar puur onbegrip, misschien ook onwetendheid van de omstandigheden, waarin zijn jonge vertrouwensman en diens familie verkeerden, die het uitstel hadden veroorzaakt. Maar wat heeft het mijn vader, die nooit voor zichzelf vragen kon, gekost, om eindelijk zijn verzoek te formuleren, als hij na een hele dag werken met zijn chef, op het punt staat de brieven op de post te brengen: ,.Je vais écrire demain a Liège, monsieur, ne pourrais - je avoir quelque argent pour le joindre a ma lettre?" „Mais certes. mon gargon, dit-il, combien vous en faut-il, et je lui demandai 25 florins." Eenmaal opmerkzaam gemaakt, regelt de heer Alberts meteen de hele zaak: salaris over drie maanden a 15 per maand, hem bij zijn komst in 't vooruitzicht gesteld wordt uitbetaald: met aftrek van voorge schoten reisgeld22) blijft er 32.50 over. Nog diezelfde dag (29 sept.) gaan er twee brieven op de post, een min of meer officiële, waarin zijn moeder bericht wordt, dat zij bij de heren Hopp en Blanchemanche te Maastricht, die daarvan verwittigd zijn, 30.kan afhalen 2.50 houdt Matthieu als zakgeld, hij zal er genoeg aan hebben, schrijft hij, tot de volgende betaling de andere een vertrouwelijke brief alleen voor zijn moeder bestemd, waaruit het bovenstaande is ontleend.23) Een juichkreet uit Luik is het antwoord (3 okt. '62)„Sous l'impres- sion de la plus grande joie, que j'ai eu depuis longtemps, je prens la plume pour t'accuser la reception de ta lettre, qui est venue me tire de 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1964 | | pagina 46