(meded. van Drs P. J. van der Feen). Na aanvankelijk de medische praktijk
te hebben beoefend in zijn geboorteplaats, aanvaardt hij 1851 de benoeming
tot leraar in chemie en physica aan het Stedelijk Atheneum te Maastricht
en wordt in januari 1858 rector van de tweede afdeling. Hij vertrok 26 aug.
1864 naar Sneek, mogelijk in verband met de opheffing van het Atheneum
(zie noot 3).
6) Deze foto ging in de brand van Middelburg, 17 mei 1940 verloren.
7) De studie Engels werd omstreeks 1876 ondernomen, tezamen met de jonge
F. M. Wibaut. Kort nadat hij in dat jaar zijn eindexamen aan de Handelsschool
te Amsterdam had afgelegd, trad deze jonge Vlissinger in betrekking bij de
Houthandel G. Alberts Lzn en Co, te Middelburg, waarvan mijn vader sinds
1873 deel uitmaakte.
8) Men nummerde toen de klassen van boven af, Matthieu zat dus toen in de
laagste klasse van de vierjarige B-afdeling.
9) „Bij besluit van 19 juli 1862 werd aan C. M. Ghijsen de eerste algemene prijs
van de tweede afdeling toegekend in de vorm van een bloemenkrans", aldus
de officiële tekst. Vermoedelijk is aan dit vergankelijke eerbewijs een boekge
schenk toegevoegd, met inscriptie. Een dergelijke prijs was althans vroeger by
ons thuis aanwezig. Hij ging eveneens in 1940 verloren. Zelf schrijft Matthieu
reeds in de brief van 17 juni 1862„J'ai parlé a Mr. Verver, il m'a fait promet-
tre sincèrement de revenir pour chercher mon prix. II ne savait comment faire
pour le discours, je ne le savais pas plus que lui. Enfin il a décidé qu'il en
ferait un pour moi et qu'il me l'enverrait a Breda... vous voyez qu'il est bien
bon pour moi." Op 21 Juli '62 schrijft Matthieu uit Moerdijk, dat hij nog niet
zeker is, wanneer hij zal kunnen komen, „mais je pense que ce sera a la fin
de la semaine prochaine", wat waarschijnlijk wel het geval is geweest; tussen
21 juli en 6 augustus zijn er geen brieven.
10) Hiertoe behoorde in 't bijzonder de bouw van een brug over de Mark (zie
brief van 20 juni 1862) en een daarbij aansluitend baanvak, waardoor naar mij
van bevoegde zijde werd meegedeeld, een verbinding tot stand werd gebracht
tussen de reeds in 185455 voltooide spoorlijn uit Roosendaal, aangelegd door
de Grand Central Beige en de nieuwe staatsspoorlijn TilburgBreda, die in
1862 zijn voltooiing naderde (geopend 5 okt. 1863; aannemer van de Griendt,
aldus brief van mijn vader april 1863). Deze verbinding hield tevens de ver
plaatsing in van het station, tot nu toe westelijk van de stad gelegen, naar het
Oosten.
11) Petrus Servaas Blanchemanche, geb. 13 mei 1810 te Maastricht, aannemer
aldaar, tot hij in 1872 naar St Josse ten Node vertrekt. Gehuwd met Maria van
den Elshout, zuster van mijn vader's chef te Moerdijk, J. G. van den Elshout.
Adam Hubert Hopp, aannemer en koopman te Maastricht, geb. 8 nov. 1820;
zijn vrouw, in de brieven voorkomend als „Madame Hopp", was Wilhelmina
Fréderique Louise Elisabeth Sijbers, geb. te Leuven. Het echtpaar vertrok juni
1864 naar Brussel.
12) Theodore Alberts, zoon van Lambertus Alberts en Johanna Gelsing, geboren te
Pannerden 14 jan. 1822. Hij vestigde zich 29 augustus 1862 te Breda, te voren
had hij met zijn gezin te Mierlo gewoond ten Zuiden van Helmond. Hij was ge
huwd met M(aria) H(enriette) Loven. Hij overlijdt te Breda 9 sept. 1864.
44-