Enerzijds zegt hij: „De meening, dat er een graafschap Zeeland bestaat, komt bij mijn weten het eerst te voorschijn in een stuk van 27 Oct. 1289, waarin Floris V zich noemt 'grave van Zeelant'" 32); of dit nu de „geboorte- acte van het graafschap Zeeland" is, betwijfelt Gosses33). Hij noemt uit 1291 nog een paar oorkonden, waarin Floris V „grave van Hollant, van Zelant ende here van Vriesland" heet34). Dan vervolgt hij: „Het denkbeeld dat aan weerszijden der Schelde een graafschap Zeeland gelegen was, dateert dus pas uit het laatst der 13e eeuw; uit de dagen, toen de politieke eenheid van het gewest reeds eenige tientallen van jaren feitelijk bestaan had" 35). Prof. Gosses vraagt zich dan af, wat Zeeland vroeger staatsrechte lijk geweest is en beantwoordt dit: een burggraafschap. Wanneer hij nu met „vroeger" bedoelt: vóór 1300, sluit dit aan bij zijn vroegere opmer king, nl. dat een graafschap Zeeland pas te voorschijn komt tegen het einde der 13e eeuw36). Even verder komt er echter een heel andere opvatting ten tonele: „Wanneer later37) de grafelijke kanselarij een graafschap Zeeland uitvindt en deze fictie den schijn krijgt van een werkelijkheid, doordat men zich in Zeeland verbeeldt te wonen in het graafschap Zeeland, dan heeft er niets anders dan een naamsverandering plaats gehad. Nog tot in het laatst van den tijd der republiek is merkbaar gebleven, dat Zeeland niet meer was dan een titulair graafschap" 38). Elders zegt Gosses nog eens, dat „wij ons afgewend hebben om te denken aan een vierschaar voor het graafschap Zeeland"39). Hij verwerpt dus het bestaan van een graafschap Zeeland ook na 1300, hetgeen o.i. bepaald in strijd is met de citaten uit zijn werk, die wij op deze en de vorige bladzijde hebben overgenomen. Men kan niet van een geboorteacte van een graafschap spreken en tegelijk het bestaan van dit graafschap een fictie noemen. De mening van Prof. Enklaar zal zeker op die van Gosses gebaseerd geweest zijn. Wanneer wij de redenering van Prof. Gosses volgen, dat Zeeland nooit meer geweest is dan een titulair graafschap, dan moeten wij ons afvragen wat Zeeland dan tot het einde van de landsheerlijke tijd wèl geweest is. Zonder tijdsbeperking zegt hij nl., dat het als rechtsdistrict en als bestuurs- district een burggraafschap geweest is40). Gaat dat ook nog op voor de 15e en 16e eeuw? In 1206 komt voor het eerst het burggraafschap (castellaria) Zeeland ter sprake in de uitspraak van Philips van Namen over de verdeling van Holland en Zeeland tussen Willem I en Lodewijk van Loon41). De oorzaak van het ontstaan van dit afzonderlijke burggraafschap kan men het best zoeken in de geografische gesteldheid, de scheiding van Holland en Zeeland door brede zeearmen42). Aanvankelijk moet er naast een Hollandse ook een Vlaamse burggraaf in Bewester Schelde geweest zijn, bv. in 12 1 7 43), en 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 109