vinden we zowel Selandia en Selandenses 77) als ook uitdrukkingen als „Cum
hec apud gentem Maritimam agerentur" enWilhelmo comité in Maritimis
adhuc constituto" 78). In de 13e eeuw is de naam Zeeland als vaste betite
ling van een bepaalde streek blijkbaar al gauw stevig ingeburgerd. Wij
geven nog enkele voorbeelden uit oorkonden uit de eerste decennia: „bona
in Zelandia", „caseum Zelandicum" 79); de adressering door de bisschop van
Utrecht „fideli suo B„ decano Selandie" 80); „Terram sitam inter Scaldam et
Mosam pertinentem ad Selandiam" 81); „Quicquid dominus Hugo praedictus
tenet apud Appenbruech et casteilariam de Zelandia...", „Dominus Willel-
mus homines suos de Zelandia et de Scoudis debet dare obsides"62);
„Hanc juraverunt domina Johanna comitissa Flandrie, Willelmus Hollandie
comes, et eorum castellani de Selandia" 83). Latijnse vertalingen van de
naam Zeeland vinden we dan al niet meer. Men vertaalt een eigennaam nu
eenmaal niet.
De omvang van Zeeland.
Wat men in de Middeleeuwen onder Zeeland verstond, was niet het zelfde
als de huidige provincie Zeeland. Niet alleen hoorde Zeeuws-Vlaanderen er
toen nog niet bij, maar ook de grenzen aan noord- en oostzijde liepen anders.
In de oudste bekende keur van Zeeland, die door Floris de Voogd in 1256
a 1258 is gegeven, wordt bepaald, dat allen, die wonen tussen Bornisse 84)
en Heidiinszee aan deze keur onderworpen zijn, behalve diegenen die onder
de stadskeuren van Middelburg, Zieriksee, Westkapelle, Domburg en Zoute-
lande vallen85). In de keur, die Floris V in 1290 door de Zeeuwse adel is
opgedrongen, staat een bepaling, waarin strafverdubbeling voor een aantal
zware misdrijven wordt vastgesteld, „wanneer die grave is comen tusschen
Bornisse ende Heydenzee" 86). In de keur van Philips de Schone van 1495
vindt men, dat „alle dieghene, die woenen tusschen Bernisse ende Heyden
zee, zullen wesen onder deze kuere" 87).
De bovengenoemde bepaling van strafverdubbeling kwam al eerder voor
in de keur van Middelburg van 1217: „Omne malefactum contingens in
Middelburg, comité existente infra Burnesse et Hedenese duplo emendabi-
tur" 8a). Een dergelijke bepaling, weer met de zelfde giensaanduiding, be
vatten ook de keuren van Westkapelle en Domburg 89). In de door Willem II
aan Middelburg geschonken keur van 1254 90) zijn twee grensomschrijvingen
te vinden: „tusche Masemude91) ende Hedinsee" 92) en „ais de here es
tusche Bornisse ende Hedinzee". De grensbepaling infra Bornesse et Hei-
dinezee" of „tusschen Bornesse ende Heydenzee" komt ook in de veertiende
eeuw meermalen in oorkonden voor93).
Van belang ook in dit opzicht is de scheidsrechterlijke uitspraak van
59