dikwijls met de driedelige titel aangeduid, hetzij in het adres 203), hetzij in
vermeldingen 204). Er zijn echter uit deze jaren 1291'96 ook nog verschei
dene oorkonden met graaf van Holland of comes Hollandie als intitulatio, al
zijn deze duidelijk in de minderheid 205). Door verscheidenen wordt Floris
ook nog zonder meer als graaf van Holland aangeduid204).
Als wij tot een totaal beeld van de titulatuur onder Floris V trachten te
komen, zien wij het volgende. In de eerste vijfentwintig jaar van zijn eigen
regering wordt hij vrijwel uitsluitend graaf van Holland genoemd, zowel in
zijn eigen stukken als in die van andere oorkonders, onverschillig of het al
dan niet Zeeuwse zaken betreft. In 1291 komt Zeeland definitief in de titel,
tegelijk met de heerlijkheid Friesland (West-Friesland). Men begint dan
duidelijk te beseffen, dat Zeeland meer is dan een deel van Holland. Wel
komt de titel van graaf van Holland zonder meer nog voor, ook nog wel in
stukken, die van de graaf uitgaan. Regels voor het gebruik hiervan zijn o.i.
niet te ontdekken, behalve dan dat de graaf van Vlaanderen aan Floris V de
driedelige titel zeker niet toekende. Anderzijds waren er Floris goed gezinde
of hem onderworpen edelen, die hem alleen graaf van Holland noemden; dat
doet ook de Franse koning als Floris zich bij zijn partij heeft aangeslo
ten207). Er is ook nu geen verband te leggen tussen de gebruikte titel en
het al of niet op Zeeland betrekking hebben van de oorkonden. Na 1291 is
er als het ware een overgangstijd in de titulatuur.
Die overgangstijd duurt nog min of meer voort onder Jan I. De intitulatio
van de van de graaf uitgaande stukken is onder hem steeds „grave van
Hollant, van Zeelant ende heere van Vrieslant" of het Latijnse aequivalent
daarvan. Door anderen wordt hij nog wel eens uitsluitend graaf van Holland
genoemd 208), maar de driedelige titel is duidelijk in de meerderheid20');
enkele keren heet hij alleen graaf van Holland en Zeeland 210). Politieke
betekenis kunnen wij aan deze verschillen niet hechten; de nieuwe gewoonte
van betiteling was blijkbaar nog niet geheel gevestigd, althans niet bij
anderen dan de graaf en zijn naaste omgeving. Er bestaan twee gelijk-
gedateerde 211) brieven van de Engelse koning, waarin graaf Jan genoemd
wordt. In een brief aan de Rooms Koning gaat het over „tenuitatem etatis
carissimi filii nostri Johannis comitis Hollandie, Zelandie, ac domini Fris-
landie"212); in een brief aan Loef van Cleve over „terra carissimi fiiii nostri
Johannis comitis Hollandie"213).
Onder de graven uit het Henegouwse Huis is de titel geworden „grave
van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant ende heere van Vrieslant"214).
Er komen nog wel eens afwijkingen voor; zo wordt Zeeland nog wel eens
weggelaten215). Daar tussen in, in stukken uit de zelfde jaren of maanden,
komt Zeeland echter wel in de grafelijke titels voor216).
67