van wij er hier enkele reproduceren. Samenvattend kan gezegd worden, dat
al deze schedels op één na langwerpig van vorm zijn. Op grond der in de
nabijheid gevonden munten en andere voorwerpen kan de begraafplaats
gedateerd worden in de periode 700870 na Chr. 15)
Begraafplaatsen in de Beveianden
De zoöloog dr Jan van der Hoeven (geb. 1801 f 1868), hoogleraar te
Leiden, publiceerde in 1860 een catalogus van zijn verzameling mensen
schedels. Exotische schedels waren in deze collectie de hoofdzaak. Een
duidelijk inzicht in het verschil tussen ras en volk had hij nog niet. Ten op
zichte van de bevolking van Nederland sloot hij zich aan bij de heersende
mening: Nederland is bevolkt door Friezen, Franken en Saksers; deze
volksstammen zijn alle drie onderdelen der Germanen; Germanen hebben
langwerpige schedels. Het was dus te verwachten, dat alle Nederlanders
langwerpige schedels zouden hebben, en de verzamelingen der anthropologen
hadden tot 1860 toe geen reden gegeven daaraan te twijfelen.
Een jaar later (1861) publiceerde Van der Hoeven een „Kort berigt"
over zijn nieuwste aanwinsten, en deelde daarin mede: „Zeer onlangs kwam
ik in het bezit van eenen schedel uit het Kerkhof van Nieuwlande (N. van
Krabbendijke) in Zuid-Beveland. J. A. Geill jr, geneesheer te Krabbendijke,
had dien schedel... door bemiddeling van dr C. Leemans, Directeur van het
Archaeologisch Museum (te Leiden) ter mijner beschikking gesteld. Gemeld
Kerkhof is sedert den grooten watervloed van November 1530 overstroomd,
doch komt toch nu en dan bij Westelijke en Zuidelijke winden gedeeltelijk
bloot. Aan den schedel ontbreekt de onderkaak; de oppervlakte is hier en
daar met fragmenten van Balani (zeepokken) bedekt. Ik moet afwachten,
of ik later nog meer schedels van die plaats zal kunnen onderzoeken, maar,
zoo zij met dien, welke tegenwoordig in mijn bezit is, overeenstemmen, zou
de vorm van den schedel der voormalige bewoners van Zuid-Beveland op
eene merkwaardige wijze van dien der Germaansche schedels verschillen.
De schedel is kort en rond." 16)
In 1874 publiceerde de Nederlandse arts en anthropoloog dr August Sasse
(geb. 1832 t 1893) tien schedels van dezelfde vindplaats Nieuwlande en
ook deze waren kogelrond. De Franse anthropoloog P. Topinard kende
zulke ronde schedels goed uit Frankrijk, waar de bewoners van Bretagne
en van het Plateau Central in meerderheid deze kogelronde vorm van hoofd
15) M. de Man, 1936; A. Roes, 1954 en 1955.
16) De bedoelde schedel Is later met de gehele schedel-collectie van Van der Hoeven verkocht
aan dr. E. Schmidt te Leipzig en in diens catalogus als No 47 opnieuw beschreven. Cf. J.
Sasse Azn, 1891, p. 41 - 42 en Van Bork - Feitkamp, 1938, p. 25. Over Nieuwlande, Zuid-
Beveland zie De Nooyer, Arch. Z. Gen. 1928 (niet te verwarren met Nieuwland, Walcheren.)
10