347. Lemmink p. 69-70. 348. Idem p. 75. 349. Idem p. 76. 350. Van Riemsdijk p. 209. 351. Idem p. 372. Ook tijdens het be stuur van Jan van Beieren wordt een „Rade van Zeelant" vermeld; zie Van Mieris IV p. 214, d.d. 21 jan. 1422. Kort na diens dood spreekt zijn neef Jan van Brabant nog over „onze getrouwe Rade ende steden van Zeelant"; Van Mieris IV, p. 776. 352. Jansma. Raad en Rekenkamer p. 42. 353. Lemmink p. 79. 354. Zie W. S. Unger. Bronnen tot de Ge schiedenis van Middelburg in den lands heerlijken tijd, dl. II. 's Rijks Geschied kundige Publicatiën dl. 61. 1926. p. 285- 293. 355. Lemmink p. 89. 356 Idem p. 90. 357. Idem p. 91. 358. Van Riemsdijk p. 308, Jansma a.w. p. 60 Van Mieris IV p. 833- 359. Jansma p. 66-67. Tekst bij Van Mieris IV p. 917 e.v. 360. Jansma p. 68. 361. Memorialen van het Hof (den Raad) van Holland, Zeeland en West-Friesland, van den secretaris Jan Rosa. Deelen I, II en III. Uitgegeven en van een in leiding voorzien door A. S. de Blécourt en E. M. Meijers. Haarlem 1929. p. Il-lII. 362. Jansma p. 70-76. 363. Zie de lijsten, opgesteld door mej. E. H. Korvezee, in Memorialen Rosa p. XXXII-LIII. Op de namen afgaande, me nen wij, dat er geen Zeeuwen onder de bezoldigde raden waren: van 1460 (af treden van Jacob van Cats Laurenszoene) tot 1463 (optreden van Heinric Janszoen van Wissenkerke), van 1467 (aftreden van laatstgenoemde) tot 1477 (optreden van Wolfaert van Borsselen, heer van der Vere), van 1480 (aftreden van laatstge noemde) tot 1486 (optreden van Mr. Jan van Wissenkerke) en van 1494 (dood van laatstgenoemde) tot 1514 (optreden van Mr. Claes Lievenszoen van Cats). Lem- mink's mededeling, dat na 1455 geer. enkele Zeeuw meer zitting had in de landsheerlijke raad (a.w. p. 99), lijkt ons niet houdbaar. 364. Art. 5. Zie Fruln. Keuren p. 179. 365. Cap. 5. art. 9. Zie Fruin. Keuren p. 244. 366. Lemmink p. 109. 367. Van Mieris IV, p. 591. 368. Lemmink p. 90. Fruin spreekt in de Inventaris van zijn uitgave „Het Archief van Prelaat en Edelen van Zeeland" ('s-Gravenhage 1904), p. 26 over „Stuk ken betreffende de huldiging van Jan van Beieren door de Staten van Zeiand" uit 1420. In de daarop betrekking hebbende regestenlijst staat echter „ridderschap, steden en leenmannen van Zeelant". 369. Lemmink p. 91. In het Charter boek van Van Mieris vinden wij de term Staten t.a.v. Zeeland pas bij de Zoen van Delft (3 juli 1428), waarin sprake is van de drie staten van de landen Henegouwen, Holland en Zeeland (Van Mieris IV p. 918). Wel worden bv. de Staten van Brabant genoemd (idem p. 604). Op ver schillende plaatsen vindt men de op somming „baenridzen, ridderen, knapen, steden en goede luden van Holland, Zee land en West-Friesland" of iets derge lijks (idem pp. 751. 757, 789, 813, 889). Dr. Lemmink heeft zover wij weten geen andere vindplaatsen van de term Staten van Zeeland vermeld, althans niet uit die jaren. 370. Fruin. Prov. Zld. p. 20. 371. Jansma a.w. p. 59. 372. Lemmink pp. 52. 75, 92. 373. Idem p. 107. 374. Landheerlijke Raad en Statenvergade ring. B.G.N.I1946. p. 247/8. 375. J. Ph. de Monté Ver Loren. Hoofd lijnen uit de Ontwikkeling der Rechter lijke Organisatie in de Noordelijke Ne derlanden tot de Bataafse Omwenteling. Utrecht 19613, p. 139. 376. Fruin. Prov. Zld. p. 21. 377. Gosses. Recht. org. p. 275. 378. In zijn bespreking van Gosses' boven genoemde werk. Verspreide Geschriften, Zwolle 1954, p. 56. 379. A.w. p. 52-57. 380. In zijn bespreking van Lemmink's dissertatie, B.G.N. dl. X, 1956, p. 141- 143. 381. Jansma. Raad en Rekenkamer p. 200- 213. 382. R. Fruin. Het Archief van Prelaat en Edelen van Zeeland. 's-Gravenhage 1904. p. 6. 383. A.w. p. 115. Zie echter boven noot 369. 384. Lemmink p. 117, 120, 128. 385. Bv. in 1455 (zie A. G. Jongkees. Staat en Kerk in Holland en Zeeland on der de Bourgondische hertogen, 1425-1477. Groningen 1942. p. 137-138), 1462 (Lem mink p. 120), 1464 (Jongkees a.w. p. 196, Lemmink p. 123). 95

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 149