386. Zie Fruin. Keuren p. 143-150. 387. Idem p. 144. De term ,,driën Staten" berust op een soort analogie met de toe stand in Henegouwen. De geestelijkheid vormde in de 15e eeuw geen afzonderlijk lid van de Staten van Zeeland, maar werd tot de ridderschap gerekend (Jongkees a.w. p. 208; Fruin. Het Archief van Pre laat en Edelen van Zeeland, p. 3). 387a. Fruin Keuren p. 150. 388. Lemmink p. 128. 389. Fruin. Keuren p. 249. 390. Lemmink p. 138. 391. Fruin. Het Archief van Prelaat en Edelen van Zeeland, p. 6. 392. A. de Goede. Swannotsrecht. West- friesche rechtsgeschiedenis, dl. I, Utrecht, 1940 p. 51; A. de Goede. Westfriesch leenrecht. Verslagen en Mededeel ingen der Vereeniging tot Uitgaaf der Bronnen van het Oud-Vaderlandsch recht. 9e dl., no. 5, 1942, p. 494, n. 2. 393. v. d. Bergh II, nos. 649, 650 en 660. 394. M. S. Pols. Westfriesche stadrechten, dl. 's-Gravenhage, 1888. Werken der Vereeniging tot Uitgave der Bronnen van het oude Vaderlandsche recht, eerste reeks, no. 7, p. XXIII. 395. Eerste voorbeelden: de Fremery no. 263 d.d. 17 mrt. 1291 en v. d. Bergh II no. 766, d.d. 20 mrt. 1291. 396. Zie boven p. 66. 397. De Goede. Westfriesch leenrecht p. 497 n. 1. 398. v. d. Bergh II no. 1098. 399. v. d. Bergh II no. 816. 400. Van Mieris II p. 89-91. Zie De Goede. Westfriesch leenrecht p. 502 n. 3. 401. De Goede. Swannotsrecht p. 75 e.v. 402. Idem p. 85 e.v. 403. Idem p. 101-137; De Goede. West friesch leenrecht p. 503-504. 404. De Goede. Westfriesch leenrecht, p. 505-517. 405. De Goede. Swannotsrecht p. 146-149. 406. Idem p. 150. 407. Idem p. 175-177. 408. Idem p. 178-182. 409. Idem p. 370 e.v. 410. S. J. Fockema Andreae. Bijdragen tot de Nederlansche rechtsgeschiedenis. 4e Bundel. Haarlem 1900. p. 368. 411. Van Mieris II, p. 89. 412. De Goede. Swannotsrecht p. 372; Fockema Andreae, a.w. p. 368. 413. Fockema Andreae a.w. p. 368. 414. Idem p. 377-378. 415. De Goede. Swannotrecht p. 57. 416. D.w.z. het gebied van benoorden Haarlem tot de Hondsbosse Zeewering, inclusief de Zaanstreek. De Goede. De Staten van West-Friesland. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 1947. p. 219. 417. Van Mieris II p. 742; De Goede. De Staten van West-Friesland p. 220. 418. Van Mieris IV p. 837. 419. Van Mieris IV p. 847. 420. P. J. Blok. Het Kaas- en Broodvolk. Verslagen en Mededeelingen der Konink lijke Akademie van Wetenschappen. Af deel ing Letterkunde, derde reeks, tiende deel, 1894 p. 266-267. 421. De Goede. De Staten van West-Fries land p. 223. 422. A.w. p. 30. 423. Georg Jellinek. AllgemeineStaatslehre, Berlin 19295, p. 759. Het beste histo rische voorbeeld van een Realunion was die tussen Hongarije en de andere Habs- burgse landen, speciaal sinds 1867 (zie Jellinek a.w. p. 757). 424. P. J. van Winter. De Zeven Provin ciën. Verkenning en Onderzoek p. 99-101. Fruin-Colenbrander. Geschiedenis der Staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek. 's-Gravenhage 1901. p. 158. 425. Pols. Westfriesche stadrechten p. XXIII; De Goede. Westfriesch leenrecht p. 500. 426. De Goede. Westfriesch leenrecht p. 520 n. 2; De Goede. De Staten van West- Friesland, p. 217. 427. Zie boven p. 83-84. 428. Blok. Het Kaas- en Broodvolk p. 247. 429. De Goede. De Staten van West-Fries land p. 223. 430. Fruin-Colenbrander a.w. p. 225-226; Van Winter a.w. p. 101-102. Tot slot willen wij graag onze dank uitspreken aan Prof. dr. A. G. Jongkees te Paterswolde, die ons dit onderwerp aan de hand deed en wiens opmerkingen tot verschillende verbeteringen en aanvul lingen van dit artikel, oorspronkelijk een doctoraal-scriptie, hebben geleid. 96

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 150