omgeving en in welke periode deze namen elders in de Middeleeuwen
voorkomen.
Grondwet voor Zeeland was in de Middeleeuwen en zelfs tot 1795 de
Zeeuwse Keur. De oudst bekende tekst hiervan is tussen Januari 1256 en
Maart 1258 opgesteld. Hierin worden de mannelijke inwoners onderscheiden
in twee standen: edele mannen (viri nobiles) en onedele mannen (viri
ignobiles). Het zoengeld voor het doden of verwonden van een edel man is
vier maal zo hoog als wanneer een onedel man het slachtoffer is, en zo
zijn er vele andere verschillen. Fruin 19) verdedigde de hypothese, dat het
juridisch verschil tussen edelen en onedelen in Zeeland steunt op een verschil
in ras, op een onderscheiding tussen veroveraars en onderworpenen, Fruin
dacht hierbij aan verovering van Vlaanderen uit.
Het komt mij voor, dat Fruin hier „ras" als identiek met „volksstam"
beschouwt, hetgeen in het algemeen echter niet opgaat. Veroveraars en
onderworpenen, dat kan zijn. Zo was in Engeland na 1066 ook de verhouding
der Normandische invallers ten opzichte van de eerder daar gevestigde
bevolking, maar dat behoeft nog geen rasverschil te betekenen. Bovendien,
veroveraars en onderworpenen blijven op de duur zelden genetisch ge
scheiden.
Onthullen de graven en de schedels in Zeeland iets omtrent ras- en
standsverschil? Aangenomen mag worden, dat de meerderheid der begra-
venen tot de onedelen behoord heeft. Edelen zullen wij moeten zoeken in
„eigen graven eerste klasse", dat is in dit geval: in gemetselde sarcophagen.
Zulk een sarcophaag in Emelisse (Noord-Beveland) bevatte een ronde
schedel, een beschilderde sarcophaag in de St Bavo-kerk te Aardenburg
eveneens. Ook graaf Willem II Rooms koning (t 1256) was rondhoofdigit>a).
Een aanzienlijk graf behoeft nog niet te betekenen „edel" in de zin der
Zeeuwse Keur, maar steun vindt de hypothese van Fruin in ons onderzoek
toch niet. De schedels wijzen op het bestaan van apartheid in sommige
plaatsen in Zeeland in de Middeleeuwen, maar verklaren kan ik deze niet.
Wel zou ik een analoog geval elders in Nederland uit veel later tijd willen
citeren naar Gallée. Donkere typen worden hier en daar, in kleinen getale,
ook in de Friese streken gevonden. Op de meeste plaatsen is er vermenging
met de blonde bevolking tot stand gekomen. Enkele plaatsen zijn er echter,
waar zij naast de blonde bevolking wonen en hun eigen weg gaan. Dit is
vooral het geval waar zij door verschil van kerk gescheiden zijn. Ook is er
dan een verschil in kleding en behuizing tussen blonden en donkeren op te
merken.
19) 1933, p. 11 - 15.
19a) De Man, 1885, p. 104.
13