verwantschap tusschen de vele groepen rondhoofden in Azië en Europa in zeer ver uiteenliggende perioden. Er zijn redenen het ontstaan (door on bekende oorzaken) van een populatie rondhoofdige mensen in Centraal-Azië te plaatsen. Voor hun trek naar Europa komen twee wegen in aanmerking: Klein-Azië Balkan Donau, of Noord-Afrika Spanje Westkust van Europa. Deze laatste route vindt tegenwoordig onder archaeologen de meeste aanhangers. De migratie der rondhoofden zou dan verband houden met de verspreiding, kort na 2000 v. Chr., van klokbekers s. str. (d.i. aardewerk van bepaalde vorm en techniek) en begeleidende voorwerpen in Europa. Sommigen veronderstellen, dat er in die bekers zout vervoerd werd, dat een belangrijk ruilmiddel kon zijn 27). Ook schapenteelt zou tot de bijzondere tradities dezer rondhoofden behoord hebben. Beide tradities, zoutbereiding en schapenteelt, die door de archaeologen aan dit rondhoofdig volk in het tweede millennium v. Chr. worden toegeschreven, zouden wonderwel passen bij de middelen van bestaan der middeleeuwse Zeeuwse bevolking. Volgens een andere hypothese zouden rondhoofden reeds veel eerder, in het 5e millennium v. Chr., in Europa gekomen zijn als dragers ener mesoli- thische cultuur 28). Het doel dezer inleiding is te wijzen op het belang van goede conservatie van het verzamelde materiaal en steeds weer herhaald onderzoek met behulp van nieuwe methoden en zo mogelijk, nieuw materiaal, in de hoop enkele der vele openstaande vragen met betrekking tot de bevolking van het delta gebied op te lossen. 27) De Laet Glasbergen, 1959, p. 107. 28) Coon, p. 129, 52ó, 531. 16

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 18