volgt een sterke occipitale kromming, terwijl het onderste stuk van de schelp van het os occipitale bijna in één vlak ligt met het foramen magnum. Het losse fragment van de maxille vertoont een diepe fossa canina; het ge hemelte is ondiep. De afstand van het nasion tot het prosthion is gering (1,2 cm.). De eveneens aanwezige atlas en epistropheus geven geen aanleiding tot opmerkingen. 2. Nieuwlande 2812B. Aanwezig is fragmentarisch een deel van het tamelijk dunwandige neurocranium en de gehele mandibel. De resten zijn donkerbruin. Norma verticalis. Slechts het achterste gedeelte van de omtrek, dat een gelijkmatige ronding vertoont, laat zich beschrijven. Norma basalis. Het occipitale relief is vrij vlak. Het foramen magnum is klein, de rechter condyle is niet veel meer dan half zo lang als de linker. De clivus is kort; daarentegen is de fossa glenoidalis ruim in fronto-caudale richting. Links is de processus mastoides aanwezig en vrij lang en slank. Norma lateralis. De omtrek laat zich beschrijven van een punt 3,5 cm vóór het bregma af. Dit stukje frontale contour is recht en het voorste deel van de sutura sagittalis vormt er een voorzetting van. Het achterste deel van de parietalia is sterk gekromd. Verder naar achteren tekent zich een zeer geprononceerde chignon af. De processus jugularis van het os temporale zet zich boven de porus acusticus als een lijst voort, die zich vervolgens sterk naar boven buigt. Endocraniaal: de sinus longitudinalis ligt tot de lambda mediaan, is dan pas weer te vervolgen rechts boven de protuberantia occipitalis interna (afsplitsing van de sinus lateralis dexter); de linker sinus tekent zich pas een eindweegs van de protuberantia af; de crista occipitalis interna vormt één doorlopende mediane kam (geval type 4B van Ledouble). Voor aan het rechter os parietale bevinden zich twee grote excavationes Pacchioni en links één. Mandibel. Het beenstuk is klein. Nog aanwezig zijn rechts de laterale incisivus, de hoektand en de tweede en derde molaar. Alle gebitselementen voor zover aanwezig zijn gaaf, maar in hoge mate afgesleten. De eerste molaren moeten sinds lang voor het overlijden ontbroken hebben. Aan weers kanten bevindt zich het foramen mentale onder de plaats van de tweede praemolaar. Het gonium is ruig en enigszins naar buiten gebogen. Links heeft de kaak aan de onderrand onder de eerste praemolaar een uitstekend knob beltje, iets meer lateraal gelegen dan waar het tuberculum mentale te verwachten is. De top van de processus coronoideus bevindt zich op een 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 30