21. Emelisse 2429/12. Zeer zware calotte. Naden zichtbaar. Norma facialis. Enigszins ontwikkelde arcus superciliaris. De bovenrand van de orbita verloopt nagenoeg horizontaal. Norma verticalis. De omtrek is min of meer sphenoid door achter de kruin liggende aanzienlijke breedte. Norma occipitalis. De bovencontour is in het midden even ingezonken. De lambdanaad is van boven nagenoeg recht en gaat dan onder vorming van een hoek over in haar laterale delen. Het inion is prominent. Norma lateralis. Aan de glabella zet de aanzienlijke schedelwelving eigen lijk meteen in. Zij verloopt in een strakke lijn tot het opisthion, onderbroken door het saillante inion. 22. Emelisse 2429/13. Calotte bestaande uit os frontale en parietalia; naden ten dele verbeend. Norma facialis. De bovenomtrek is rond. De arcus superciliaris vormt een vrij scherpe lijst. Norma verticalis. De contour is ovoid. Norma lateralis. De glabella is tamelijk prominent. In hoofdvorm is de welving van dit schedelfragment tamelijk vlak en zelfs is er onmiddellijk achter het bregma een lichte inzinking. 23. Emelisse 2429/14. Schedelkap met fragmenten van linker os tem porale en maxille. De kleur is van geel tot bruin. De naden zijn intact. Norma facialis. De bovencontour is enigszins toegespitst. De linker sinus frontalis is aanmerkelijk ruimer dan de rechter. Norma verticalis. De omtrek is ovoid. De hoofdrichting van de pijlnaad slingert. Norma occipitalis. De bovenomtrek is iets ronder dan van de norma facialis, het inion is duidelijk; de lineae superiores liggen in een wal. Norma lateralis. Hetgeen er rest van het os frontale vertoont nauwelijks een welving; de nagenoeg rechte lijn wordt vervolgd door het voorste deel van de sutura sagittalis. De kruin ligt in een welving, die door een rechte lijn verbonden is met het lambdapunt. Er is een aanduiding van een chignon. Voorbij het prominente inion valt de schedel in. 24. Welle 2425 a. Calvaria van bruine beenderen; alle naden zijn dui delijk te vervolgen. Norma facialis. De bovenrand van de orbita is tamelijk rond. Daarboven bevindt zich geen arcus superciliaris. De bovencontour is enigszins spits. Norma verticalis. De configuratie is asymmetrisch: het punt van de 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 40