strakke kromme lijn. Het bovenste deel van het os occipitale puilt sterk uit, daarna buigt de contour naar binnen en hervat verderop een nieuwe uitpui ling (niet in het midden). 26. Welle 2427. Gaaf calvarium, waaraan slechts enkele gebitselemen ten ontbreken. De verbening van de naden is vrij ver gevorderd. Norma facialis. Er is een duidelijke arcus superciliaris. De bovencontour is in het midden rond, ter weerszijden daarvan zorgt de omgeving van de linea temporalis voor een accent. De lange as van de orbita helt enigszins lateraalwaarts. De fossa canina is tamelijk diep. Er is een meer of minder duidelijke fossa praenasalis. Norma verticalis. Rechts is de „Parietalhöcker" meer geaccentueerd dan links. De hoofdvorm van de omtrek is pentagonoid. Norma occipitalis. De bovencontour is spits. De lambdanaad heeft links aan het asterion een vrij groot wormiaans been. De lineae nuchae superiores liggen in een lichte wal. Norma basalis. Het planum nuchae is tamelijk glad. Links bevindt zich het foramen mastoideum binnen het os temporale en rechts binnen het os occipitale. De processus mastoides is van matige grootte. De ingang tot de canales condyloidei is gelegen in ruime kuilen. De linker condyle is langer dan de rechter. De columella auris is kort en de achterwand van het cavum glenoidale steil. Van het gehemelte is de transversale afmeting groot ten opzichte van de lengte; een index laat zich niet bepalen, omdat het achterste gedeelte ontbreekt. Aanwezig zijn de linker laterale incisivus, beiderzijds de hoektanden en beide praemolaren en rechts de eerste en de tweede molaar. Alle kauwvlakken zijn sterk afgesleten, waarvan een merkwaardig relief het resultaat is. Van de rechter eerste molaar beschikken de buccale wortels niet over alveolen. Norma lateralis. Er is geen prognathie; de nasalia springen vrij ver naar voren. De glabella ligt tussen de arcus superciliares. Daar boven begint de frontale welving, die zich voortzet tot het bregma. Daarachter helt de con tour in een rechte lijn tot het lambdapunt. Het os occipitale vormt een uit puiling, min of meer als een chignon. De linea temporalis is aan weerskanten (vooral rechts) sterk ontwikkeld. De uitwendige opening van de porus acusticus is in voor-achterwaartse richting nauw. 27. Reimerswaal 1. Calvarium van dunne donkerbruine beenderen. Een fragment van de bovenkaak met rechter eerste en tweede molaar is los aanwezig. De naden zijn zichtbaar; de linker jukboog ontbreekt. Norma facialis. Voor zover delen van het aangezicht aanwezig zijn, dui- 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 42