Norma facialis. De bovencontour is rond. Een arcus superciliaris ont breekt. De orbita is nagenoeg vierkant en de stand is bijna zuiver horizontaal. De metopia zijn duidelijk. Er is boven het nasion een korte rest van een sutura frontalis. Norma verticalis. De omtrek is ovoid. In het achterste deel ligt de sutura sagittalis in een kuil. Norma occipitalis. Het aspect is nagenoeg rond. De lambdanaad bevat rechts een wormiaans beentje. Norma basalis. Het planum nuchale is niet zeer ruig. De processus mastoides is klein, evenals het foramen magnum. De condylen zijn tamelijk saillant. Norma lateralis. De sutura nasalis steekt matig naar voren, evenals de glabella. De afstand van daar tot de verbinding der metopia is kort. Daarna zet een strakke welving in, die te vervolgen is tot het inion. Van daar tot het opisthion valt de omtrek steil af. Aan weerskanten bevindt zich boven de uitwendige gehooropeningen een duidelijk putje. 37. Brigdamme 2. Calvarium van lichte kleur, waaraan de tabula com- pacta nagenoeg geheel ontbreekt. De processus zygomaticus ontbreekt. De naden, waaronder een metopische, zijn te vervolgen. Norma facialis. Tegenover de lateraal achterwaartse neiging van de pars alveolaris valt aan het os maxillare de laterale uitbreiding van de processus jugalis op. De orbita is tamelijk vierkant en het frontale aspect van de sutura fronto-maxillare uiterst kort. De bovenomtrek is rond. Norma verticalis. De omtrek is rhomboid tot sphenoid. Norma occipitalis. De hoofdvorm is rond, van boven even stomphoekig. Norma basalis. Het planum nuchale heeft weinig relief en heeft een relatief aanzienlijke fronto-caudale uitbreiding. De processus mastoides is klein. De clivus is plat en van achteren breed. Van het gebit zijn aanwezig beide rechter praemolaren, beide eerste molaren, waarvan de rechter aan getast, de linker tweede molaar met een hol uitgesleten kauwvlak en resten van de linker tweede praemolaar en de rechter tweede molaar. 38. Brigdamme 3. Calvarium. Object van lichtbruine beenderen, waar van de linker jukboog ontbreekt, benevens de laterale begrenzing van de linker orbita. De naden zijn op weg van verbening. Norma frontalis. De bovencontour is nagenoeg rond. De metopia, vooral het linker, tekenen zich duidelijk af. Naar achteren toe verbreedt het object zich duidelijk. De lange as van de orbita helt lateraalwaarts; de fossa canina is vrij diep en vormt een van mediaan boven tot lateraal onder 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1965 | | pagina 50