gevonden. Verscheidene kisten hebben de lengte van 7 Middelburgsche
voeten (2.18 m) en sommige beenderen toonden duidelijk, dat zij behoord
hebben tot menschen van meer dan gewone lengte en kracht."
De commissie heeft geen exacte maten kunnen nemen en geen schedels
verzameld (werken tussen hoog- en laagwaterlijn is niet gemakkelijk en
belangstellende Domburgers zijn er altijd eerder bij dan geleerde heren uit
Middelburg). Aan het verzamelen en meten van schedels uit eigen streek
was men trouwens in 1817 in Middelburg en eigenlijk in heel Europa nog
niet toe. Wel verzamelde het Zeeuwsch Genootschap in zijn Museum (in de
Latijnse Schoolstraat te Middelburg) schedels van vreemde volkeren. Zo
ontving het in 1806 ten geschenke de schedel van een neger, die in
Middelburg gewoond had; in 1826 schedels van een Javaan, een Madoerees,
een Makassaar en een Chinees 10). Ook aan de universiteiten in en buiten
Nederland had men toen meer belangstelling voor schedels van vreemde
volkeren dan voor die uit eigen land n).
De anthropologic in Europa 17701850
De Nederlandse anatoom en arts dr Petrus Camper (geb. 1722 f 1789)
had, goed tekenaar als hij was, opgemerkt, dat men geen negerkop kan
tekenen door aan de kop van een Hollander een zwarte huid en kroeshaar te
geven. Hij vond een karakteristiek en meetbaar verschil (de grootte van de
gelaatshoek, angulus facialis) tussen de schedel van negers en die van
Europeanen (voordrachten te Amsterdam voor de Teekenakademie in 1770
en te Parijs in 1779 „over het verschil in de troniën der natiën", in 1791
posthuum gepubliceerd).
Het proefschrift, waarop de Duitse anatoom Johann Friedrich Blumenbach
(geb. 1752 f 1840) in 1775 te Goettingen promoveerde, handelde o.a. over
lichamelijke verschillen tussen mensen uit de vijf werelddelen. Blumenbach,
die spoedig daarna tot hoogleraar te Goettingen benoemd werd, heeft door
een langdurig professoraat en door vele publicaties grote invloed uitge
oefend. Zijn dissertatie, in het Latijn verschenen, is tweemaal (1781 en
1795) herdrukt en is vertaald in het Duits (1798), Nederlands (1801) en in
het Frans (1806). Een geïllustreerde beschrijving van zijn collectie mensen-
schedels verscheen in 1790.
Door deze en dergelijke publicaties kwam het verzamelen van exotische
schedels in zwang. Reisverhalen uit verre gewesten en theoretische be
schouwingen van schrijvers als Buffon en Rousseau hebben ongetwijfeld
tot deze vorm van belangstelling voor vreemde volkeren bijgedragen.
10) Naamlijstanthropologische voorwerpen, 1869 en 1879.
11) Van Bork-Feltkamp, 1938, p. 25.
6