VERZAMELING VAN
WEST ZEEUWSVLAAMSE UITDRUKKINGEN, GEZEGDEN,
SPREEKWIJZEN EN MERKWAARDIG WOORDGEBRUIK.
Deze verzameling, bijeengebracht door een werkgroep van overwegend
geboren en getogen West-Zeeuws-Vlamingen, karakteriseert zich door twee
voor taal- en volkskunde belangrijke eigenschappen: ze is tegelijk spontaan
en kritisch. Spontaan, omdat deze uitdrukkingen en zegswijzen, öf nog dage
lijks door leden van de groep worden gebezigd, öf in de herinnering bleven
als typische uitingen van een ouder familielid of dorpsgenoot, verbonden aan
een persoon, een voorval, een anecdote, en daarom levend. Kritisch, doordat
deze dialectsprekers door hun taal- en volkskundige belangstelling boven
hun stof staan, zodat de geanimeerde gedachtenwisseling, het dikwijls met
grappen en anecdoten gekruide gesprek op hun geregeld te Oostburg ge
houden bijeenkomsten, als achtergrond heeft het bewust streven naar de
juiste weergave en oorsprong.
De doorlopende vergelijking met het Woordenboek der Zeeuwse dialecten
(WZD) stelt in het licht, 1e in hoever woorden en zegswijzen ook buiten
West-Zeeuws-Vlaanderen gangbaar zijn, ev. in afwijkende vorm of betekenis;
2e dat een niet onaanzienlijk deel ervan als regionaal kan worden aange
merkt.1) Nu de uitgave in het Archief van het Zeeaswsch Genootschap der
Wetenschappen met zich brengt, dat de verzameling in ruimer kring, gedeel
telijk ook van niet-Zeeuwen, wordt verbreid, leek het de redactie aangewezen,
aan de blote verwijzing naar het WZD bijzonderheden toe te voegen omtrent
de letterlijke betekenis van woorden en/of uitdrukkingen, om ze aldus ook
voor een buitenstaander verstaanbaar te maken.
Aan de historische achtergrond van sommige zegswijzen, hoewel niet
altijd te achterhalen, is zoveel mogelijk aandacht besteed. Informaties hier
over danken we deels aan de leden van de Oostburgse werkgroep, deels aan
de heer M. P. de Bruin, adjunct-bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek
van Zeeland.
Moge deze verzameling, die zo duidelijk het belang van regionaal onder
zoek in het licht stelt, een prikkel zijn tot de vorming van dergelijke werk
groepen elders in onze provincie. Met name denken we daarbij ook aan het
1) Het betreft hier de uitdrukkingen en zegswijzen, zonder verwijzing naar het WZD en
zulke, waarbij wel een annotatie van bepaalde woorden en/of vormen is gegeven, doch niet
van de zegswijze als geheel, zodat deze als karakteristiek voor de streek kan worden be
schouwd. Dit laatste, behoudens nadere inlichtingen van belangstellende lezers, die we
gaarne inwachten.
Voor de spelling is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van die van het WZD, waar regel
matig naar verwezen wordt.
3