de keuze van het onderwijs na de lagere school. Vooral bij de Gereformeerde gemeente blijft het vaak bij VGLO, waarna men later nog eens een land- bouwavondcursus volgt. Op de school van Hervormden en Gereformeerden is het aantal dat verder leert iets groter, enkelen gaan naar de LTS of naar de bedrijfsschool van „de Schelde" of volgen ULO. Van de meisjes gaat slechts een klein gedeelte naar de huishoudschool. Velen volgen het VGLO; een overweging die daarbij geldt is, dat daar de lessen om 1 uur 's middags afgelopen zijn, zodat het gezin thuis verder van hun hulp kan profiteren. Op dit punt kan men nog duidelijk een standsverschil opmerken. In de boe rengezinnen geldt over het algemeen nog dat de dochter thuis hoort te blij ven, het past niet dat zij een baantje zoekt, ook al is zij thuis overbodig. Het boerenstandsbewustzijn spreekt hier nog een woordje mee. Van toerisme in Meliskerke kan men beslist nog niet spreken, wel komen in de laatste jaren op verschillende adressen enkele families hun vacantie doorbrengen, die de grote drukte in de dorpen vlak aan zee willen ontvluch ten. Wat er verder aan toeristen Meliskerke binnenkomt bestaat alleen uit doorgaande vacantiegangers. In het dorp is ook niets merkbaar van acco- modatie voor toeristen. Dit hangt ten dele ook samen met de mentaliteit van de bevolking van Meliskerke. Middelburg is voor Meliskerke het verzorgingscentrum, alhoewel er ook wel enkele mensen naar Vlissingen gaan om te winkelen. Op het gemeentehuis verkregen wij gegevens waaruit bleek dat ongeveer 25% van de bevolking nog klederdracht draagt. Ook hier geldt dat dit voor het overgrote deel vrouwen zijn. C. OVEZANDE Ovezande is een agrarisch dorp met bebouwing langs een dijk. Het heeft 1400 inwoners (op 1 januari 1960); dit aantal blijft vrij constant (in 1948 bedroeg het inwonertal 1436). De gezinnen zijn vrij groot met gemiddeld 4 a 5 kinderen. De Rooms-Katholieke godsdienst overweegt: 83,3% van de bevolking behoort er toe, 16,2% is Nederlands Hervormd en 0,4% is Ge reformeerd.1) De bevolking vindt voor het merendeel haar bestaan in het agrarisch be drijf, voornamelijk landbouw en fruitteelt. De bedrijfsgrootte is als volgt: 45% heeft een bedrijfsgrootte van 0-5 ha, 15% van 5-10 ha, 11% van 10-15 ha, 6% van 15-20 ha, 15% van 20-30 ha en 8% van 30 ha of meer2) Het agrarische deel van de bevolking wordt gevormd door 31% boeren en 1) Gegevens Volkstelling 1947. 2) Gegevens Landbouwtelling 1955. 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1966 | | pagina 58