woorde van de agrariër is toegenomen, o.a. door een modernere bedrijfs voering (mechanisatie) en deelname aan boerenstandsorganisaties. Het idee minderwaardig behandeld te worden krenkt de agrariër en de dracht wordt dan afgelegd om uiterlijk het verschil op te heffen. (Opmerkelijk is dat men zelf het dracht dragen betitelt met ,,op z'n boers zijn")- Bovendien voelen de meer modern ingestelde mensen de dracht ook als niet meer behorend bij de huidige tijd. Overigens werd door de drachtdraagsters vaak opgemerkt dat men tegenwoordig niet meer zo erg wordt bekeken als een tiental jaren geleden: door het toenemen van het reizen naar en van Zeeland is de Zeeuwse dracht niet meer zo onbekend als voorheen. Bij de vrouwen in dracht heeft het bekijks soms zelfs een omgekeerde invloed: zij weten dat de dracht mooi wordt gevonden en zij zijn trots als de mensen naar hen kijken. Vooral wanneer men als groep in dracht buiten de provincie komt, is men bijzonder trots op de dracht. Is men alleen dan wordt het bekijks sneller vervelend. Bij de kaartjes met eventuele bezwaren van de dracht werd het kaartje „in dracht ben je minder vrij" veelvuldig geplaatst. Uiteraard hebben vrouwen minder contact met de buitenwereld dan de man nen, daar het gezin hen nu eenmaal aan huis bindt. Dochters in burgerkleding confronteren hun moeders echter weer met de algemeen gangbare kleding wanneer zij bijvoorbeeld gezamenlijk gaan winkelen; hetzelfde doen dames- en dagbladen. De niet-boeren in dracht waren nog sneller tot afleggen geneigd dan de boerenbevolking omdat de dracht hen elders tot boer stempelde, hetgeen men kennelijk niet wenste. De vrouwen in dracht hebben soms het gevoel in winkels, met name in Mid delburg, minder goed te worden behandeld dan de burgers. Dit kwam tot uiting in Westkapelle en in Meliskerke. In Ovezande bleek men dit gevoel niet te hebben, noch ten opzichte van winkels in Goes, noch ten opzichte van die in Middelburg, waar men ook wel eens inkopen gaat doen. In West kapelle werd dit bezwaar door meer dan de helft der respondenten genoemd. Zo kwamen op de vraag of men wel eens het gevoel had anders dan anderen behandeld te worden o.a. de volgende antwoorden: ,,De mensen in burger worden met meer respect behandeld dan de mensen in dracht, tenminste in sommige winkels in Middelburg." „In de winkels in Middelburg wordt er wel eens „Juffrouw" tegen je gezegd in plaats van „Mevrouw"." „Ja, in winkels in Middelburg daar zijn de mensen soms erg onbeleefd tegen mensen in dracht. Mijn nichtje die nog op haar boers is, werd in een winkel het laatst geholpen! Maar toen liep ze boos weg, hoor! In winkels waar ze je zo eens hebben laten staan, kom ik niet meer!" 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1966 | | pagina 79