3. De Godsdienst. Het Rooms-Katholieke geloof, dat op Walcheren van geen betekenis is, komt op Zuid-Beveland wel voor, in sterke mate in 's Heerenhoek, Ove- zande, Heinkenszand en Hoedekenskerke, waarvan vooral de eerste twee gemeenten weinig Nederlands Hervormden en Gereformeerden hebben. Wat betreft de Nederlands-Hervormde en Gereformeerde godsdienst op Zuid-Beveland hebben Ellewoutsdijk, Wemeldinge en Kattendijke relatief veel Nederlands Hervormden, en de eerste twee tevens weinig Gerefor meerden, terwijl 's Gravenpolder en Krabbendijke een betrekkelijk hoog percentage Gereformeerden hebben. Op Walcheren hebben Arnemuiden, Westkapelle en Nw. en St. Joosland een relatief hoog percentage Neder lands Hervormden; de laatste twee hebben tevens een vrij laag percen tage Gereformeerden. Serooskerke en Grijpskerke hebben betrekkelijk weinig Nederlands Hervormden en juist een relatief hoog percentage Gereformeerden. Onze hypothese is, dat dit mozaïekpatroon de grondslag zou kunnen zijn van het verschil in tempo, waarin de klederdracht in de verschillende dorpen is verdwenen. Het blijft bij een hypothese, Onze analyse van de statistische gegevens uit het verleden geeft slechts een indicatie van een destijds be staand mozaïekpatroon; zelfs deze aanwijzing is aanvechtbaar, omdat deze berust op ..Fingerspitzengefühl" en dus een enigszins subjectieve aangelegen heid is. Graag zouden wij voor ieder van de aspecten, die wij gekozen hebben als indicatie voor de mentaliteit van de bevolking, nog nader ingegaan zijn op het verband dat bestaat met het afleggen van de dracht. Een methode die men hier zou kunnen toepassen is als volgt: In iedere gemeente op Walcheren en Zuid-Beveland zou men de feitelijk aanwezige dracht kunnen correleren met resp. godsdienstige samenstelling, bedrijfsgrootteverdeling, politieke verhoudingen en beroepsverdeling. We zouden hier dan nog de factor migra tie aan toe willen voegen, omdat de mate waarin dracht nog aanwezig is ook samenhangt met het percentage autochthone bevolking per gemeente. Jam mer genoeg konden wij in het kader van dit onderzoek ons hier niet mee bezig houden, om de eenvoudige reden dat van de huidige percentages dracht per gemeente geen gegevens bestaan; er zou dus eerst een telling gehouden moeten worden. HOOFDSTUK VI. SAMENVATTING Nu we aan het eind van dit artikel gekomen zijn, lijkt het ons goed een samenvatting te geven van onze ervaringen, die we in de verschillende hoofd stukken bespraken. 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1966 | | pagina 85